Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Tweemaal op dien rit genieten wij een feest van kleuren. Het eerste is de zonsondergang. Wij hangen uit de raampjes en strekken de halzen uit, om rechts achter ons in het noordwesten, de heerlijkheid der karmozijnen en violette eilanden in de gouden luchtzee te zien opfonkelen voor onze gretige oogen, zoolang tot hun gloed, als van robijnen en amethysten, allengs versombert en verdooft.
Hadde ik uw gulden riddersporen, 'k Sprong de grauwe almachtigheid Dwars door naar uw verstoken toren. 'k Luidde al lustig het belleken Tegen de karmozijnen poort: Ik zou klinken en wederklinken Heel het hemeldom oprinkinken Van Oost tot West en van Zuid tot Noord In één hooveerdig relleken.... Zonne zonne, waar zit ge toch? Zijn uw oogschellen geloken nog? Zonne zonne, zet op, zet aan!
Ook de overigen keurden goed wat de traktant voorstelde, die dan ook vertrok en na een kort vertoeven terugkeerde, een vreemdeling inleidende met een karmozijnen rok, een zwaar gepoederde pruik, een bril met groote glazen, een stok met een amberen knop en een deftig voorkomen.
Hij nam die van zijn hoofd en zette haar Columbus op. Wederkeerig hing deze een streng prachtig gekleurde koralen om den hals van den vorst, bekleedde hem met zijn eigen karmozijnen mantel van fijne stof, gaf hem een paar gekleurde laarzen en deed een zilveren ring aan zijn vinger, dien de wilden veel mooier vonden dan een van goud, omdat er op het eiland geen zilver was.
"Kom!" zeide eindelijk de koddige kwant: "'t is of gijlieden bang zijt, dat mijn Heer u op zal eten: mijn Heer is geen bullebak. Jelui kijkt hem aan, of het Cartouche was, daar Heynsz zoo even van vertelde ... en pots seldrementen! dat is nog al grappig! mijn Heer heeft ook een karmozijnen rok aan."
"Hierheen, Mijnheer Van Beveren!" zeide de stem van Heynsz; de deur ging open en de gepoeierde Heer met den karmozijnen rok trad binnen, door Heynsz gevolgd. Amelia stond als verplet. Zij wrong de handen en zag haar vader aan, met oogen, waarin een onbeschrijfelijke angst was uitgedrukt.
Anderen waren insgelijks als landsknechten gekleed, doch in blauwe, groene, scharlaken, paarse, karmozijnen stoffen, uitgebekt, geborduurd en met wapenen versierd, naar alle grillen en vindingen. En allen droegen op den arm een rood schijfje, tot teeken van heur bedrijf.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek