Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 29 mei 2025
Eensklaps deed hij een stap achteruit. Ook de ander deed een stap achterwaarts. Het bleek Reinier Vermaat, die met een gezichtsuitdrukking vol haat en afgunst tegenover hem stond. Een oogenblik staarden beiden elkander diep in de oogen; toen ging ritmeester Stargardt met een lichte buiging voorbij. Nog dienzelfden morgen kwamen beiden opnieuw met elkander in aanraking.
»Zóó kan het niet langer!" zei juffrouw Vermaat tegen haar man, toen zij weer eens tevergeefs gepoogd had moeder Jane wat op te beuren: »Het arme mensch verkniest hoe langer hoe meer en haar huishouden laat ze heelemaal verwaarloozen. Wist ik toch maar, wat ik er aan verhelpen kon!" Beiden hadden zij innig te doen met de ongelukkige weduwe.
Maar, wachtmeester Vermaat, zou ik u nog éven mogen spreken?" Reinier volgde zijn chef, die zich enkele schreden buiten het afdak met hem verwijderde. »U bent onvoorzichtig geweest," fluisterde hij toen zacht. »U spreekt te hard, en er zijn daar geen muren waarbinnen het geluid blijft opgesloten.
Daarop vertelden zij, wat ze zoo al hadden bijgewoond. »'t Is toch hard voor die gardes," zuchtte juffrouw Vermaat, »om op hun eigen medeburgers te moeten schieten." »Dat is het ook," zei Jakob, »maar die medeburgers waren op dat oogenblik geen menschen meer, maar woeste, losgebroken tijgers."
Van Hogendorp, Van der Duin en de graaf van Stirum ontbraken niet, om den Prins te begroeten, die nu in een open rijtuig, te midden der feestvierenden, naar 's Gravenhage reed. Mijnheer Vermaat bevond zich juist in Den Haag, waarheen hij door zijn patroon was gezonden, om een hangende kwestie met een daar gevestigde firma, zoo mogelijk, tot klaarheid te brengen.
Ook nu weer staat de tabaksverkooper in zijn winkeldeur, onderwijl Franciscus' mes, stuk voor stuk, de bestelde waterbaars schrapt en kerft. »Jan Dupker ook al door de gendarmen weggehaald, hè?" zegt mijnheer Vermaat meewarig. »Jan Dupker?!..." Het boven zijn werk gebogen hoofd van den kreupele veert overeind, de punt van het vinnige schrapmes wijst eensklaps doelloos de lucht in.
Reinier Vermaat zat met een groepje van andere onderofficieren voor de »Bonte Os." Ook oudgedienden waren daar bij, aan de hachelijkste omstandigheden gewoon, kerels die door niets meer werden afgeschrikt. Men herkende ze dadelijk aan hun krijgshaftige houding en aan hun gesprekken.
En zóó eenvoudig was haar binnenkomen, zóó hartelijk en natuurlijk haar deelneming geweest, dat sedert langzamerhand een warme genegenheid tusschen de beide vrouwen was ontstaan. Maar ook Jakob Stargardt en Reinier Vermaat waren van lieverlede groote vrienden geworden, die men weldra schier geen Zondag buiten elkanders gezelschap zag.
Het zingen klonk valsch en het roepen was ruw, maar toch werden allen er van ontroerd. »Tjonge, tjonge! Als ze maar niet te gauw roepen," zei mijnheer Vermaat. »Het heele Fransche bestuur is er toch nog en als dat maar even naar Utrecht seint... Hei, jongens! waar wou jullie heen?" »We mogen toch wel eens kijken, hé vader?" vroeg Bert.
Wie dus een uur later ter markt kwamen keken niet weinig verwonderd, dat er geen bloemen meer te koop waren, doch een honderdtal werklieden ijverig zwoegden om er stallen op te slaan. Mijnheer Vermaat behoefde zich dus over de herkomst van de bloemenschat zijner bengels niet langer te bekommeren en ging welgemoed weer aan zijn werk.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek