Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


"Wat doet des Heeren naam," vroeg de Raadsheer, "in den mond van een schelm als gij, die gelooft dat een kind voor zijn geboorte al verdoemd is?" "Dat is ons geloof niet," antwoordde de gevangene, die een Remonstrant was, verbaasd over des Raadheers onkunde: "UEd. Achtbare meent...."

Dat was ziek gekijk, niet dat van mijn beestje,.... verdoemd. Miauw!.... wat een vèr geluid.... Dat kwam nog uit het land, dat kwam nog van de straat, en 'k had het wel gezien, het bekje van binnen was niet rood meer, maar blauwwit, nachtwit, winterwit, doodwit.... .... Miauw!.... «Schei uit, beest. Schei uit, of 'k jaag je weg"....

Huup Hans! huup!" en met de vlakke hand slaat Ritter zijn makker op het gevoellooze lichaam. "Dood! mors dood!" steunt de jager opnieuw: "Och! waarom heeft Hij die alles kan, jou niet 'en poosje langer bij asem gelaten? ? of, Toon vooraf den genadeslag gegeven? Verdoemd als ik ben! Waarom ook stond ik je af aan een ander!"

Lumey sloeg met de vuisten op de tafel en scheurde den brief aan stukken; hij riep woedend uit: Verdoemd, waarmede bemoeit hij zich, die Marinus, die schooier, die vóór de inneming van den Briel nog geene graat van een haring te vreten had? Hij heet zich mijnheer en meester, en zendt bevelen aan mij! Hij last en beveelt!

"Halt Ronner!" roept Archibald Hardenborg, terwijl hij den majoor den uittocht belet: "Halt!" "Ronner! Wat meen je! Verdoemd als ik weet wat je zegt. Denk je dat ik....?" "Ik denk en weet dat jij de lage schelm, de geld- en eerroover bent, onwaardig om de epauletten van een Neerlandsch officier te dragen. Hoe is 't mogelijk dat men dit nog kon toestaan!"

Men bespeurt niet, dat de boom groeit. Zoo bemerkt men niet, dat God zijn tempel bouwt. En toch het geschiedt. Zooals de vruchten rijpen in den nacht, zoo rijpt Gods werk in de stilte. Johannes 15 Misschien bevreemdt het over dit »gevaarlijke« woord een en ander in dit boek te lezen. Voor velen is dit woord verdoemd. Zij haten het leerstuk der uitverkiezing met een bitteren haat.

"Dieper is dan 't ongeluk na zooveel geluk. Geen herinnering meer mag uw ziel, mijn ziel zoekend, bezitten. Ik zeg u, dat ik verdoemd wil zijn." "Ik ben trouw. Uw noodlot is, dat ik trouw ben, en daarom zal ik moeten sterven, gelijk zoovelen." "Duizenden levens zijn in uw eene leven besloten. Bedenk, dat het beter is, niet veel geluk te kennen. Laat me dus gaan."

Tegen haar kon hij niet driftig zijn. Haar kon hij slechts smeeken, hem lief te hebben. Hij zeide in vertwijfeling: "Niemand kan u zoo groote liefde geven als ik. Wanneer gij mij bevaalt, den priester ten tweede male te dooden, zou ik 't doen." "Ge hebt niets meer van mij te hopen. Ik vloek het uur, dat ik u heb ontmoet." "Verdoemd," fluisterde hij.

Zoo ik op dit oogenblik-zelf stierf, zou ik verdoemd worden? Ik zei tot mij zelf: Ik zal dit steentje tegen dien boom daar vlak tegenover mij werpen, zoo ik hem raak, is dat een teeken van heil, mis ik hem, dan beduidt het verdoeming. Aldus sprekend werp ik mijn steentje met bevende hand en terwijl mijn hart vreeselijk klopte.... Sedert dien heb ik niet meer aan mijn zaligheid getwijfeld.

De "studiositas theologorum" zegt Gerson, stelt aangaande de engelen allerlei vragen: of zij ons ooit verlaten, of zij van te voren weten, of wij uitverkoren zijn of verdoemd zullen worden, of Christus een beschermengel had, en Maria, of de Antichrist er een hebben zal.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek