Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


En nu de huiv'ring, die 't ontmoeten Der overwelbeminde kust Waarin misschien de dierste al rust! Voorafgaat, neen! het wuivend groeten Van Guurtjens kleine, blanke hand, Wier pink weêrschittert van zijn pand! Zie, had de knaap voor jong'lingsdroomen, Voor goud of roem uw zegen veil, O bruilofsvreugde! o huw'lijksheil!

Want Nederland werd niet getiranniseerd door een nakomeling van den Spanjaard Philips II, maar geregeerd door een afstammeling van Graaf Jan van Nassau, die alles had veil gehad voor de gewetensvrijheid der Nederlanders, zóó zelfs dat hij een tijd gekend had, waarin de bakker den doodarmen vorst geen brood meer op crediet leveren wou.

»Welnu," sprak Texar met de grootste heftigheid. »In dit oogenblik dat het land in opstand komt, om de instelling der slavernij te behouden, in dit oogenblik dat ieder goedgezind ingezetene van dezen Staat gereed is zijn bloed veil te hebben, om de federalistische troepen, die ons met een inval bedreigen, terug te slaan, beschuldig ik James Burbank, dat hij meeningen toegedaan is, die de instandhouding der slavernij verhinderen en dat hij voor die meeningen propaganda maakt!"

Schitterende blijken ontving hij daarvan van Noord-Nederland bij den opstand der Belgen in 1830. Te vergeefs trachtte hij die breuk te herstellen. Zware opofferingen had de natie daarvoor veil. Na op den 8 October 1840 afstand van de regering te hebben gedaan, overleed Koning Willem Frederik, Graaf van Nassau, den 12 December 1843 te Berlijn, en werd den 2 Januarij 1844 plegtig te Delft bijgezet.

O, ik zal hem wedervinden! Om Thénardier werkelijk te vinden zou Marius zeker een zijner armen, en om hem aan de armoede te ontrukken zeker al zijn bloed wel hebben veil gehad. Thénardier te zien, hem een dienst te bewijzen, tot hem te zeggen: "Gij kent mij niet, maar ik ken u wel. Ik ben er; beschik over mij," dat was Marius' liefste en heerlijkste droom. Marius was nu twintig jaren oud.

Een andren avond, Hopen wij, zult gij als een vriend hier komen Vanavond komt gij om mijn waar te koopen. Niet-waar? Wat gij begeert, fluweel of zijde, Ik twijfel niet of 'k heb iets keurigs veil, Dat uw keus winnen kan. 't Is waar, 't is laat. Maar arme koopluî zwoegen dag en nacht Voor schaamle winst.

Welnu, Mijnheer! de mannen, welke ik zooeven noemde, werden voor hun groote en gewichtige diensten door hun medeburgers met ondank beloond, en echter bleven zij allen hun vaderland teeder beminnen en gaven daar herhaalde bewijzen van: gelijk Camillus, die Rome van het juk der Galliërs verloste, Cicero, die zijn goed en leven veil had voor het gemeenebest, Cato, die den val van Rome niet overleven wilde, Themistocles, die zich, als sommigen willen, met vergif ombracht, om niet tegen zijn vaderland te strijden: en zooveel in mij is, moet ik het voorbeeld volgen, mij door die groote mannen gegeven."

Hy was vlug van begrip, vatte terstond het hoogste, het ingewikkeldste, speelde gaarne met de oplossing van moeielyke vragen, had daarvoor alle moeite, alle studie, alle inspanning veil ... en dikwyls toch begreep hy de eenvoudigste zaak niet, die een kind hem had kunnen uitleggen.

Niet uit laag belang, niet op hoop van stoffelijk voordeel, neen! maar gelijk aan het klimmende veil, dat niet leven kan, tenzij het eenen eikeboom omhelzen moge, heb ik, ootmoedig doch warm kunstenaar, mijn geluk en mijn ongeluk aan de wisselingen van het lot gehecht.

Het geeft der Domheid roem en macht, Der Grijsheid frissche jeugd; Het maakt Lafhartigheid tot Kracht, En Schurkerij tot Deugd! Dies ziet, door zooveel glans verblind, Het volk in 't Goud zijn heil, En heeft er vrede, en vrouw, en kind, God, en zich-zelf voor veil! O, dwaasheid, die het Wezen smaadt En naar de Schaduw tast, Die in de verte zoeken gaat Wat zoo nabij haar wast!

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek