Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Zoo niet Veervlug: hij bepaalde zich tot ijverig zoeken, tot het geduldig aanhooren der vragen die hij niet kon beantwoorden, en tot het in 't werk stellen van al de middelen, die men hem aan de hand deed, om 't verloren papier terug te vinden. "Maar als je hem te Darmstadt nog hadt, moet je hem nog hebben," zei er een, bij wijze van verwijt.
De overige uren, die het gezelschap verder op het meer van Briënz doorbragt, gingen in kalm en ongestoord genoegen voorbij. Veervlug neuriede van tijd tot tijd het laatste gedeelte der Ranz van Oberhalsi na: "Ach Schaetzeli habe gute Muth, Am Frytig wei mer fahren, Es ziger und Pelznideli Das kast de essen lideli, A dir will is nit spahren."
"Dien juist niet, maar wel Alexandre Dumas; ik heb zelf de eer gehad zijn guide te zijn, schoon hij van mij zooveel melding niet gemaakt heeft als van mijn ongelukkigen broeder." "Zijt gij waarlijk de broeder van Gabriel Payot!" riep Veervlug verrukt uit. "Vertel mij dan toch eens het regte: hoe is het met uw broeder afgeloopen?"
De maan doet zich eigenlijk zelden schoon voor, en als zij mooi is, dan is zij, zoo als Veervlug beweerde, kaarsmooi; maar toch trekt zij aan, toch is er iets zoets en liefelijks in haar aangezigt; maar zeker is haar effect heerlijk en aantrekkend, als zij met hare imposante kalmte, als beheerscheres der nacht, door glinsterende sterren gelijfstaffierd, van hoog uit de lucht op het meer van Genève neêrziet.
"Daar hebt ge 't alweêr," zei de kastelein. "Nu is die wijn boven weêr beter; dat komt van die bergen. Nu doe ik en een ander evenveel moeite aan den wijnbouw; maar Prins Metternich krijgt toch den besten, en maakt grof geld, terwijl onze wijn in de vaten kan liggen verzuren." "Dat merk ik," zei Veervlug, terwijl hij een klein slokje van den wrangen landwijn opslurpte.
Hoe nu dit gezegde in de ooren der dansgrage Ohlsbachsche klonk, zouden wij niet weten te bepalen; maar de deern trok hem steeds meer naar zich toe. Pols zag haar smeekend aan; hij wist geen uitkomst meer. "Komaan, dans maar eens! je bent nu aan 't lijntje vast," riep Veervlug, die achter hem stond. De muziek begon; daar was geen mogelijk meer om te ontwijken.
De oude Korenaar en zijne gade bekwamen gelukkig nieuwe vouwstoeltjes, want de anderen waren door de jonge lieden onattent bewaakt; maar de goede mama Korenaar was hierover niet knorrig. Ieder ging voort met zich op zijne wijze te amuseren, of niet te amuseren. Pols was nu ook tot zitten gekomen, en in gezelschap met Veervlug, De Morder en een Luitenant van de koloniale troepen.
Deze redenering van Dionysius de Morder was zoo in zijn gewone manier en werd niet geïnterrumpeerd, daar Torteltak terwijl zijne polonaise met een klein zakborsteltje schoonmaakte, en zich niet kon begrijpen, dat de spiegel bij Polsbroekerwoud in zulk een donkeren hoek hing; daar Holstaff nog altijd aan de arme paarden dacht en zuchtte; Veervlug op een jeu de mots peinsde, dat niet lukken wilde, en Joachim veel te goedhartig was, om iemand in de rede te vallen, en daarenboven niets wist om zijn vriend in een goede luim te brengen.
"O zie eens beneden u!" zei Torteltak tot Veervlug, op een tooneeltje wijzende, omtrent vijftig voeten lager dan zij stonden, op eene kleine vlakte, aan de helling van den Louisberg: "benijdt ge het lot van dien man niet?" Het tooneeltje, waarop Torteltak doelde, was waarlijk lief, en de man, op wien hij wees, benijdenswaardig.
"Neen, dat zal zoo niet zijn, maar dat is zoo," zei zijne beminnelijke wederhelft wier kenmerkende eigenschap was, dat zij bij tegenspraak boos werd, maar als zij niet werd tegengesproken, woedend. "Hebt u den naam van Byron al op den pilaar daarginds gezien," vroeg Veervlug, die het papier in de handen hield, waarop hij in groote opgewondenheid de letters had nagetrokken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek