United States or Niger ? Vote for the TOP Country of the Week !


De oude Korenaar en zijne gade bekwamen gelukkig nieuwe vouwstoeltjes, want de anderen waren door de jonge lieden onattent bewaakt; maar de goede mama Korenaar was hierover niet knorrig. Ieder ging voort met zich op zijne wijze te amuseren, of niet te amuseren. Pols was nu ook tot zitten gekomen, en in gezelschap met Veervlug, De Morder en een Luitenant van de koloniale troepen.

"Kunt gij u begrijpen," viel Veervlug in, "dat Bonnivald zich hier zes jaren heeft kunnen amuseren?" Holstaff stond reeds met de hand aan den ring, die den gevangene aan den pilaar had vastgekluisterd, en betastte de steenen zuil, door de wrijving der steenen uitgehold.

Zij hadden besloten, zich goed te amuseren, en moesten zich tot eene wandeling naar Belvédère bepalen; en daar zij nog tijd over hadden, maakten zij het plan, om daarna een uurtje door het beroemde, maar hun onbekende Kalverbosch te kruisen.

Velen van die dansliederen, zoals die omstreeks het jaar 1100 op de ridderkastelen gezongen werden, schijnen van de oude lentefeesten te stammen, die uit de grijze voortijd in alle landen gevierd werden. In de heidense tijd vermoedt men dat die Mei of April feesten in 't bizonder aan de godin der liefde gewijd waren en de vrouwen hebben er de hoofdrol bij gespeeld; het moeten een soort »vrouwelike Saturnalia" geweest zijn, waarbij zij zich nu eens van de voogdij van man of broeder mochten emanciperen, of in elk geval in wilde dansen en liederen zich allerlei grappen veroorloofden. Die oorsprong verklaart het gewone begin van die liederen; de lof en prijs van 't voorjaar en 't nieuwe jaar dat in die tijd met het voorjaar begon en het zijn steeds vrouwen die het woord voeren en die elkaar aanzetten om tegen hun mannen of moeders in opstand te komen en van hun jeugd te genieten. In een liedje uit Limousin van ongeveer 1100 zingt een van de dansende meisjes, die tot »April-Koningin" gekozen was, aldus de lof van de lente: »Nu eindelik de heerlike tijd gekomen is, zal de vreugde een aanvang nemen, de ijverzuchtigen zich ergeren en daarom zal de koningin eens laten zien hoe vol liefde zij is," en de meisjes vallen in: »Weg, uit den weg, gij ijverzuchtigen! laat ons dansen, laat ons dansen met elkaar!" Overal gaan ze door heeft zij laten weten: alle meisjes en jongens mogen komen dansen. Maar nu komt ook de koning, om het dansfeest te verhinderen, hij is bang dat men hem zijn April-Koningin ontroven zal. Maar zij wil van de oude niets weten, zij wil liever een jonge kerel hebben die weet hoe een mooi meisje behandeld moet worden. En hij die haar zag, zoals zij zich daar bij het dansen vertoonde, die kan zeggen dat de vrolike koningin haars gelijke in de wereld niet heeft... »A la vi', a la vie, jalous, lassaz nous, lassaz nous ballar entre nos, entre nos." Een dergelijke half-conventionele wildheid kenmerkt andere oude Noord-Franse of Duitse dansliederen. »De gehele wereld zal mij niet verhinderen mij een »ami" te kiezen," zingt een meisje uit Noord-Frankrijk; openlik verklaart zij aan haar moeder: »Ma mère, je veux Robin"; de moeder dreigt haar met een stok en wil haar met haar spinnewiel opsluiten, maar het meisje belooft zich zelf dat zij haar geliefde toch wel zal krijgen: »Les mammelettes me poignent, je ferai novel ami", zo zingt zij haar liefdeverlangens uit. En een Duitsch meisje zingt: »ik zal mijn zorgen laten lopen en met mijn vriendinnen de weide ingaan," en dan roept zij haar »Mei-geliefde": »zoete Rozenmond, kom, kus mij gezond." In haar klooster klaagt de non; zij wil er vandoor en zich met haar geliefde amuseren: »S'irons

Het onderwerp is trouwens even zoo goed als een ander, in zoover het alleen dient om den schrijver of spreker te amuseren en te stichten; en vooral is het uitnemend geschikt, zoo als het ook heel veel gebruikt wordt, om tot inleiding te dienen, en den spreker of auteur op den weg te helpen, daar het, als het met het eigenlijke onderwerp niet in het minste verband staat, kan blijven liggen voor hetgeen het is.

Ook in zijn minneliederen bleef Walther in verbinding met de speellieden en de dansliederen. Offisieel was het zijn werk het hof te amuseren en daarvoor heeft hij zeer zeker de hofminneliederen van zijn leraar Reinmar von Hagenau nagedicht.

Vermeldende hoe Veervlug naar zijn pas zoekt, hoe hij zich in zijne eenzaamheid tracht te amuseren, en hoe hij eerst te Darmstadt plaisir krijgt. Terwijl zijne vrienden aldus veelsoortige genoegens smaakten, was Veervlug genoodzaakt voor de tweede maal de beroemde Bergstrasse te aanschouwen, die reeds de eerste maal zoo weinig aan zijne verwachting had beantwoord.