Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 november 2025
Voorwaar een spion van den eersten rang, die op alles gelet, naar alles geluisterd, alles gehoord en alles onthouden had, toen hij meende te zullen sterven; die zelfs nog in den doodsangst bespiedde, en, op de eerste trede van het graf geleund, nog aanteekeningen had gemaakt. Hij vatte de hand van Marius en zocht den pols. "'t Is een gewonde," zei Jean Valjean. "'t Is een doode," zei Javert.
Het riool was stellig de medeplichtige van een geheime bende. Dit zwijgende hek was een dievenheler. Thénardier opende het hek niet wijder dan noodig was om Jean Valjean door te laten, sloot het hek weder, draaide tweemalen den sleutel om, en verdween opnieuw in de duisternis, zonder meer gerucht dan een ademtocht te maken. Hij scheen op de fluweelen klauwen van den tijger te gaan.
"Ik beloof u het te eten," zeide hij met zijn goedmoedige stem. "Ik ben ontevreden op u," antwoordde de portierster. Jean Valjean zag nauwelijks een ander menschelijk wezen dan deze goede vrouw. In Parijs zijn straten, waar niemand doorgaat, en huizen, waarin niemand komt. Hij was in een dier straten en in een dier huizen.
Zijn geweten beschouwde beurtelings deze zoo voor hem staande beide mannen, den bisschop en Jean Valjean. Niets minder dan de eerste was nodig geweest, om den tweede te voorschijn te roepen.
Martin, wier vier armen elkander als een kruis doorsnijden. Maar het riool der kleine Truanderie, welks opening bij de herberg Corinthe was, is nooit in gemeenschap geweest met het verwulf der straat St. Denis, het liep uit in het riool Montmartre, en daarin was Jean Valjean afgedwaald. Hier was maar al te veel gelegenheid om te dolen.
Men stelle zich daaronder dat woud van donkere vertakkingen voor, 't welk het riool wordt genoemd. De destijds bestaande rioolgangen zouden te zamen een lengte van elf mijlen hebben bedragen. Hierboven hebben wij gezegd, dat het tegenwoordige net, dank zij den bijzonderen ijver der laatste dertig jaren, niet minder dan zestig mijlen lengte heeft. Jean Valjean begon zich te vergissen.
"Indien vrouw Toussaint hier was," hernam Jean Valjean, als iemand, die iets ter bevestiging wil aanvoeren en zich aan alle takken vastklemt, "zou zij dadelijk bekennen, dat het waar is en ik mijn bijzondere manieren heb. 't Is geen nieuws. Ik heb altijd mijn donkeren hoek bemind." "Maar 't is hier koud. Men kan hier nauwelijks zien. 't Is schandelijk mijnheer Jean te willen zijn.
De hoogte van deze gewelven is verschillend; middelbaar is zij ongeveer vijf voet zes duim en voor de grootte van een mensch berekend; zoodat Jean Valjean verplicht was te bukken, om Marius niet tegen het gewelf te stooten. Elk oogenblik moest hij zich buigen en zich weder oprichten en steeds den muur betasten.
Men stelt zich schier even onverstandig weder gerust als men zich verontrust: zóó is de menschelijke natuur. Nauwelijks was Jean Valjean in de rue de l'Homme-Armé, of zijn angst verminderde en verdween allengskens geheel. Er zijn plaatsen van rust, die om zoo te spreken onwillekeurig op den geest werken. Een afgelegen straat heeft gewoonlijk vreedzame bewoners.
Zoo Jean Valjean de galerij opwaarts ware gegaan, zou hij na duizenden bezwaren, uitgeput van vermoeidheid, stervende, in de duisternis aan een muur zijn gekomen, en hij ware verloren geweest.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek