Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Eenige Roodhuiden verwijderden zich, om de honden te halen. De hoofdman wendde zich tot de vier blanken, en zei: "De honden der Utahs zijn op de bleekgezichten gedresseerd; zij doen hen niets; alleen dan, wanneer zij er toe aangehitst worden, werpen zij zich op hen; maar dan verscheuren zij ook iederen blanke, die zich in de nabijheid bevindt.
En welke krijgsoversten zullen zij hebben! Er zullen ons wrekers opstaan, waarvan een enkele opweegt tegen vele, vele Utahs!" "Wie dan alzoo?" "Ik zal er maar één noemen, namelijk Old Firehand." "Dat is een held; hij is onder de bleekgezichten, wat de Grizly onder prairie-honden is," erkende de hoofdman. "Maar dat zou ook de eenige zijn: een tweede kunt gij mij niet noemen."
Davy echter trok gauw zijn kleederen weer aan, en spoedde zich toen naar zijn kameraden, om hen, als een uit de dooden verrezene, te begroeten. "Wie had dat gedacht!" zei hij, terwijl hij Old Shatterhand de handen drukte. "Ik heb den knapsten zwemmer der Utahs overwonnen!" "Door een grashalm!" antwoordde de jager met een glimlachje. "Hoe hebt gij dat toch bewerkt?" "Daarover later.
"Zijn wij gedwongen geweest, om met u mee te komen, of hebben wij dat vrijwillig gedaan? Hoe kunnen de roode mannen ons als gevangenen behandelen? Ik heb met den Grooten Wolf de pijp der beraadslaging gerookt, en ben met hem overeengekomen, dat de krijgslieden der Utahs met elkander beraadslagen zouden, of wij als vijanden, dan wel als vrienden behandeld moeten worden.
Hij bleef zonder vrees staan, en riep den hoofdman toe: "Hebt gij de getuigenis van uw krijgslieden gehoord? Gelooft gij nu, dat ik werkelijk Old Shatterhand ben?" "Nu geloof ik het. Uw moed is groot. Onze kogels dragen ver, veel verder dan waar gij staat. Hoe licht kan een van onze geweren afgaan." "Dat zal niet gebeuren; want de krijgslieden der Utahs zijn dappere mannen maar geen moordenaars.
Iedereen weet, dat de Groote Wolf een dapper krijgsman is; maar als gij hier door vier blanken de helft van uw manschappen liet dooden, zou men aan alle bivak-vuren vertellen, dat gij onzinnig hadt gehandeld en niet meer geschikt waart om de krijgslieden der Utahs ten strijde te voeren.
Er mocht ongeveer een uur verloopen zijn, toen Old Shatterhand op den inval kwam, om nogmaals de posten te gaan nazien. Hij sloop weer naar buiten en allereerst naar de plaats, waar hij het Lange Oor had gelaten; zijn plaats was ledig. Hij begaf zich naar den dichtstbij geposteerden Timbabatsj, en vernam van dezen, dat de hoofdman weggeslopen was. "Waar naar toe?" "Naar de Utahs.
"Om naar de verzamelplaats der Utahs te rijden, niet om u te vervolgen." "Waarom hebt gij dan vijf man op ons spoor gezonden?" "Dat heb ik niet gedaan. Wij hebben de strijdbijlen opgegraven, en als dat gebeurt, moeten wij voorzichtig zijn. Toen ik u de vrijheid beloofde, indien ik door u overwonnen werd, wist ik niet eens in welke richting gij u heen begeven zoudt.
Zij vochten te voet, en hadden hun paarden achtergelaten, opdat die niet neergeschoten zouden worden. Dit was een geluk voor de Navajos. Indien de Utahs te paard op hen losgestormd waren, zou er niet één hunner in leven gebleven zijn. Nu hield het oorlogsgehuil een oogenblik op. Men zag dat er hulp opdaagde.
Hij had een gesprek tusschen den Grooten en den Jongen Beer afgeluisterd, hetwelk hem nu woord voor woord te binnen schoot. Buit! Ja, buit zou er zijn, een buit, zoo groot, als er nog nooit na een gevecht verdeeld was geworden. Van dit oogenblik af was hij de zaak van de Utahs met hart en ziel toegedaan. "Ik haat en veracht deze bleekgezichten," antwoordde hij.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek