Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 mei 2025
Ze ziet Christus, die in een nis van den rotsachtergrond uitrust, werpt zich voor hem neer, om haar boetvaardigheid te toonen.
Wat raadt ge mij?" "Dat ge hier nog een uurtje uitrust en dan ijlings naar de Werve terugkeert." "Maar zij is er denkelijk niet meer, en die verfoeielijke praktizijns zijn er nu zeker al de baas." "Ja, maar ik ben er meester, en ik zal u een brief meegeven, om hen te doen berusten in 't geen ik verlang. Gij zijt commandant van de vesting tot nader orde, en Frits moet er ook blijven."
Was hij verloofd, dan mag zijne bruid zeven mansdeelen eischen om aan haar bruidegom een steen te wijden, maar dan moet zij voor deze eer weduw blijven haar leven lang. Bijaldien eene gemeente eene vloot uitrust, moeten de reeders zorgen voor de beste leeftocht en voor vrouwen en kinderen. Indien een zeeman afgeleefd en arm is, en heeft hij huis noch erf, dan moet hem dat gegeven worden.
Wij zullen ons daarbij dan ook niet ophouden; maar, aan de Vrouwensteegsbrug gekomen, daarop even stilstaan om het schoone stadsgezicht te genieten dat zich hier aan beide zijden voordoet. Vervolgens willen wij den Apothekersdijk opgaan, waar ik er op reken dat gij in mijne woning, tegenover het nieuwe schoolgebouw, eenige oogenblikken uitrust.
G. A. Venema de volgende beschrijving: "Bestraalt de maan met hare zachte lichtstralen de landstreek, dan verschuilt de Haas zich, als hij van zijne nachtelijke wandelingen uitrust, op plaatsen, waar het oog van zijn vijand hem moeielijk ontdekt; bij donkere maan waant hij zich meer veilig, en opene, onbeschutte plaatsen kiest hij voor zijn leger uit.
Daarom is de Godheid in dit opzicht dat zij het geestesleven voleindigt, voor hem niet de werkzame Man, maar degene in wien het werk ten einde is en bij wien de mannenkracht uitrust: zijn tegendeel: het eeuwig-Vrouwelijke. Man en Vrouw, Mannelijkheid en Vrouwelijkheid zijn symbolische namen en symbolische begrippen om de goddelijke werking aan te duiden.
Stil, stil is de hooge kamer. Tegen de neergelaten venstergordijnen blauwt de vroege Meimorgen en verwisselt zijn violette klaarte met het ongelijke kaarsenlicht. Twaalf groote kaarsen branden aan het hoofdeinde van het zwarte praalbed, waar, in de opene zwaar-eiken kist, wit uitrust de doode mevrouw Chanteraine.
Ze waren niet heel hoog, maar ze beletten den jongen toch iets van het binnenland te zien. Mijnheer Ermerik ging op een zandhoop staan, trok zijn eene been op, en boog den hals achterover, om den snavel onder zijn vleugel te steken. "Je kunt hier wel wat op het strand rondloopen," zei hij tegen Duimelot, "terwijl ik hier uitrust. Maar ga niet zoo ver weg, dat je me niet weer terug kunt vinden."
Berust dit op het algemeene beginsel der sympathie, in dit geval taalkundige overeenkomst tusschen afweermiddel en te bannen voorwerp? Of heeft de misteltwijg zijn naam ontvangen, òmdat hij de mare afweert, of omdat zij op zijn bladeren uitrust als op de korenhalmen of de hop, of dewijl hij den boom drukt evenals de mare den mensch?
Dit alles belette niet, dat hij, kwart voor drie uren, het gehucht Kevermont bereikte en welhaast te Gheel zou aankomen. Hier zag hij van verre een welgekleed persoon tegen den eikenkant in de lommer zitten, met zijnen hoed voor het aangezicht waaiende, ah iemand die het te heet heeft en uitrust.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek