Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Zoon van een welgestelden herbergier uit de omstreken van Cahors, in 1767 geboren en aanvankelijk bestemd voor den geestelijken stand, had deze knappe jonkman met zijn koolzwarte oogen en ijzeren gestel op zijn twintigste jaar dienst genomen bij de jagers te paard, daarop een zeer avontuurlijk en lang niet vlekkeloos leven geleid en zich zelfs een korte poos Marat laten noemen om vooral een bovenste, beste republikein te schijnen; tevens had hij met de gevangenis kennis gemaakt.
Ik legde den teugel over zijn hals en de dukaten uit mijn zak halend, begon ik ze in mijn hoed te tellen en over te tellen. Ik was buiten mezelf van vreugde; nooit had ik zooveel geld gezien; ik werd niet moe het te bekijken en te bevoelen. Ik telde het misschien voor de twintigste maal, toen eensklaps mijn ezel midden op den weg bleef stilstaan met de ooren in den wind.
Ik was reeds eene andere somme van vyftig ponden sterling schuldig, welke ik geleend had, om den koopprys van mynen Neger QUACO te voldoen; myne JOANNA, wel is waar, was my van eene oneindig grootere waarde; en schoon men haar had gewaardeerd op het twintigste gedeelte van de geheele Plantagie, die voor niet meer dan veertig duizend guldens verkogt was, konde ik eene jeugdige vrouw, met zoo veele volmaaktheden begaafd, niet te duur koopen; maar men moest met dit al in staat zyn, om het te kunnen betaalen.
ZES EN TWINTIGSTE BRIEF. Sara vertelt Anna van haar leven; Aletta is goed en lief; Cornelia Hartog, ook huisgenoote, bevalt haar niet: te geleerd, ondichterlijk; Charlotte Rien du Tout, eveneens huisgenoote, mist karakter, is grillig, nukkig. Ze heeft kennis gemaakt met Hendrik Edeling: staat haar wel aan! ZEVEN EN TWINTIGSTE BRIEF. Wed.
Hij was in zijn negen en twintigste jaar; in zijne grijze oogen las men bittere droefgeestigheid, woeste geveinsdheid en wreedaardige vastberadenheid. Koud was zijn aangezicht, stijf zijn hoofd met vaalrood haar, alsmede zijn mager lichaam en zijne schrale beenen. Langzaam en slijmerig sprak hij, alsof hij wolle in den mond had.
HONDERD-NEGEN EN TWINTIGSTE BRIEF. Arnold Helmers, Aletta's vroegere weldoener, schrijft haar: neem neef Pieter, is zeer geschikt voor je. HONDERD-DERTIGSTE BRIEF. Zuzanna Hofland komt tot de lektuur van Thomas
Echter diene tot hare verontschuldiging dat de binnengetredene welligt de twintigste pastoor was, dien zij in het morgenuur op hare reis van A. naar M. aan verschillende tusschenstations hadden zien uitstijgen of instappen. Aan wie de schuld?
En aan den anderen kant had de omstandigheid, dat hij reeds nu zoo'n diepe verachting voelde voor datgene, waar hij toch tot zijn vijf en twintigste jaar zoo meê gedweept had hem een wantrouwen gegeven in sterke hartstochten over 't algemeen; het had hem ook tegenover vrouwen voorzichtig en koud gemaakt wat hem zeer ten goede gekomen was.
Cyrus Smith kon niet nalaten, toen zij het onderwerp weder bespraken dat een vuur door een onbekende hand zou zijn aangestoken, voor de twintigste maal tot den reporter te herhalen: "Hebt ge inderdaad dat vuur gezien? Was het geen uitwerping van een vulkaan, of een meteoor?" "Neen, Cyrus," antwoordde de reporter, "het was een vuur door een menschenhand aangestoken. Vraag het Pencroff en Harbert.
Indien het onmogelijke eens waar mocht zijn en Wang den dood eens niet gevonden had in de rivier, zooals men algemeen aannam?... Als hij onder deze schaar van genoodigden rondsloop?... Het vier en twintigste uur van den vijf en twintigsten dag van Juni het uiterste uur was nog niet geslagen. De hand van den Taï-ping was nog niet ontwapend. Als hij eens op het laatste oogenblik...?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek