United States or South Korea ? Vote for the TOP Country of the Week !


Onze vriend entameerde dus een discours met Truitje, en na eenige woorden over onverschillende zaken gewisseld te hebben, dacht het hem niet kwaad, aan deze, die toch zeker zoo streng niet denken zou, iets van zijn voornemen omtrent Juffrouw Blumengarten meê te deelen.

Ook kon ze wat helpen aan 't wegzetten van de latafel, en aan al 't geredder dat onafscheidelyk is van 'n avendje. "Maar ze moest wat vlugger wezen, of anders deed men 't waarlyk liever zelf." Het oudste der meisjes, juffrouw Truitje, zou voor de saliemelk zorgen.

Wat drommel kon dien ouden heer bewegen, zich uittegeven voor een aanbidder van myn zusje Truitje die zeere oogen had, of van myn broêr Gerrit die altyd met zyn neus speelde? En toch, hy zegt: "dat hy die versjes zong, door liefde gedrongen."

En zonder zijn antwoord af te wachten want juist kwam Truitje beneden nam de moeder hare dochter onder den arm en ging naar boven. Op den trap fluisterde zij haar in: "Het reizen heeft neef Joachim, geloof ik, heelemaal mal gemaakt." "Dat geloof ik ook," zei Truitje, toen de moeder haar de aanleiding tot deze gissing meêdeelde. Ten een ure lag de stoomboot voor de Boompjes te Rotterdam stil.

Truitje zei niets, maar keek blozend voor zich. "Wel, nicht! wat zou je daarvan denken; daar is niets dat het mij belet, en ik heb een nichtje, dat er heel mooi uitziet, en dat ook heel lief is." Truitje werd nu eens voor de variatie bleek, doch zette toen weêr haar blozen voort. "Maar zeg dan toch eens, lieve nicht! wat zou je mij hierin raden?"

Wilt gij nog meer bekenden van onzen puikdichter zien, zoo wend uwe oogen eens eene verdieping hooger naar het echtpaar, dat in 't vierde kamertje van het tooneel af gezeten is. De man is de waterschout Nikolaas Van Buyl, de vrouw is Truitje Roemer Visschersdochter.

Hij schoof dus zijn tabouretje wat nader aan haar toe, en begon op half fluisterenden toon tot haar te zeggen: "Ik zal het nu wel eenig hebben in mijn ruime huis in den Oppert." "Ja maar, neef! u hebt zooveel vrienden; die zullen u nog wel eens opzoeken." "Ja maar, nicht Truitje! vrienden zijn ook maar vrienden; ik heb mijn gedachten al eens over een meisje laten gaan."

Dan in hetzelfde oogenblik vertoonde een gemoedsbezwaar, dat hem reeds vroeger gehinderd had, zich als een dreigend spook voor zijn geest. Hij trok het been terug. "Maar Truitje!" zeide hij: "indien uw vader onze.... ik wil zeggen mijn ontkoming bemerkt, zal hij dan niet verstoord op u zijn?"

Meester kon niet nalaten z'n vrouw terstond deelgenoot te maken van Truitje Giers ontboezeming, die opgeplakt en boven den schoorsteen werd gehangen, ter eere van zangster en bezongene. By 't volgend gedicht hing de pruik waterig, slap en schynbaar onbewogen, maar de oplettende beschouwer had 'n hysterische geestvervoering kunnen waarnemen, in de trilling van haar krullen.

"Laat dat aan mij over, en haast u," fluisterde Truitje: "nu, hoe is 't? vertrekt gij of niet? moet ik hier staan wachten tot vader ons hoort.... dan, ja dan!...." "Maar op wie anders zoude zijn vermoeden rusten als op u?" "Gek! op u zelve! Zoodra gij weg zijt, ga ik naar uw gevangenis terug en breek het slot." Joan stond op heete kolen. "Maar mogen wij uw vader aldus bedriegen?" vroeg Raesfelt.