Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 juni 2025
Verwachtte zij bezoek? neen. Bij de avondschemering ging zij naar den tuin. Vrouw Toussaint was in de keuken bezig, die op de achterplaats uitzag. Cosette ging onder de takken, die ze nu en dan met de hand ter zijde boog, wijl sommige zeer laag hingen. Aldus kwam zij aan de bank. De steen was er gebleven.
"Indien vrouw Toussaint hier was," hernam Jean Valjean, als iemand, die iets ter bevestiging wil aanvoeren en zich aan alle takken vastklemt, "zou zij dadelijk bekennen, dat het waar is en ik mijn bijzondere manieren heb. 't Is geen nieuws. Ik heb altijd mijn donkeren hoek bemind." "Maar 't is hier koud. Men kan hier nauwelijks zien. 't Is schandelijk mijnheer Jean te willen zijn.
Zij ging niet alleen uit, en vrouw Toussaint zou, verwonderd over zulk een boodschap, stellig den brief aan mijnheer Fauchelevent hebben vertoond. In deze verlegenheid had Cosette door het hek heen Eponine gezien, die in manskleederen om den tuin zwierf. Cosette had "dien jongen werkman" geroepen, hem vijf francs en den brief gegeven, zeggende: "breng dien brief dadelijk aan het adres."
Zekeren dag, eindelijk, was zij in den tuin en zij hoorde de oude vrouw Toussaint zeggen: "Hebt gij wel opgemerkt, mijnheer, hoe mooi de jongejuffrouw wordt?" Cosette hoorde niet wat haar vader antwoordde; de woorden van vrouw Toussaint veroorzaakten haar een soort van schok.
"Ik weet het niet," antwoordde Cosette. "Zoo ook met vrouw Toussaint;" hernam Jean Valjean, "zij is vertrokken. Gij hebt geen andere dienstbode in haar plaats genomen. Waarom?" "Nicolette is voldoende." "Maar gij moet een kamenier hebben." "Heb ik Marius niet?" "Ge zoudt een eigen huis, dienstboden, een rijtuig, een loge in den schouwburg moeten hebben. Er is niets te goed voor u.
Hij vermoedde, dat hij misschien niet meer naar de straat Plumet zou wederkeeren, en kon evenmin vrouw Toussaint er achterlaten als haar zijn geheim zeggen. Bovendien hield hij haar voor trouw en eerlijk. Het verraad van den dienstbode jegens den meester begint met de nieuwsgierigheid. En vrouw Toussaint, als ware zij voorbestemd om Jean Valjeans dienstmeid te zijn, was niet nieuwsgierig.
Men had een huurrijtuig voor de deur in de Babelstraat doen komen en daarmede was men vertrokken. Met veel moeite had vrouw Toussaint verlof verkregen om eenig lijnwaad, kleederen en lijfsbehoeften in te pakken, Cosette had niets dan haar schrijfgereedschap en schrijfportefeuille medegenomen.
"Vrouw Toussaint," hernam Cosette, "gij zorgt er immers wel voor, des avonds de vensters aan de tuinzijde zorgvuldig te sluiten en er behoorlijk de grendels en knippen voor te schuiven?" "O, wees gerust, mejuffrouw!" Vrouw Toussaint verzuimde dit niet, en Cosette wist het, evenwel kon zij 't niet laten er bij te voegen: "Want het is hier in den omtrek zeer eenzaam."
Toen vrouw Toussaint bij hem in dienst kwam, had hij haar gezegd: "De jongejuffrouw is de meesteres des huizes." "En gij, mijnheer?" had vrouw Toussaint verwonderd gevraagd. "Ik ben veel meer dan de heer des huizes, ik ben de vader." Cosette had in het klooster de huishouding geleerd, en regelde de uitgaven, die zeer matig waren. Alle dagen ging Jean Valjean met Cosette aan den arm wandelen.
Den avond voor den 5den Juni was Jean Valjean, vergezeld van Cosette en van vrouw Toussaint, een woning in de rue de l'Homme Armé gaan betrekken. Daar wachtte hem een voorval. Cosette had niet zonder een poging tot wederstand de straat Plumet verlaten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek