United States or Faroe Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Duidelijker nog zal deze strijd tusschen vroomheid en hartstocht worden voor wie in de allerbevalligste Fransche novelle Aucassin et Nicolette eene dergelijke uiting, hier van een minnaar, vergelijkt met die van BEATRIJS en ziet hoe teugelloos de hartstocht daar voortschiet . Met naïef-teedere intuïtie heeft de dichter ons het gevoel van beklemdheid getoond, dat BEATRIJS bevangt onder het rijden, als de dag gaat doorbreken en hare gedachten terugvliegen naar het klooster, waar zij anders "priemtijt" zou hebben geluid.

Hoe graag zou hij b.v. niet Nicolette daarboven in den hemel bij zich gehad hebben, »om in den avondstond als een licht voor hem te schijnen"! En jonkvrouw Maria men merke maar op hoe schoon en liefderijk zij er uit ziet, die zal zeker de jonge ridderknaap niet weigeren wat hij zo graag zou wensen.

De verbinding was lastig en moeielijk, wijl de sparadrap ter bevestiging der windsels destijds nog niet was uitgevonden. Nicolette gebruikte voor pluksel een beddelaken, dat zoo groot als een wolk was, zooals zij zeide. Met moeite werd het koudvuur door aanwending van chloor en helschen steen tegengegaan.

Waarom zoo lang weg te zijn? Uw reizen duurden vroeger niet langer dan drie of vier dagen. Ik heb Nicolette gezonden; men antwoordde altijd: Hij is afwezend. Sinds wanneer zijt ge terug? Waarom hebt ge 't ons niet laten weten? Weet ge wel, dat ge zeer veranderd zijt. O, ondeugende vader. Gij zijt ziek geweest en wij hebben er niets van geweten! Zie, Marius, voel zijn hand, hoe koud zij is!"

Men droeg Marius naar de eerste verdieping, zonder dat overigens iemand in de andere gedeelten van het huis er iets van bespeurde, en men legde hem op een oude canapé in de voorkamer van den heer Gillenormand. Terwijl nu Basque den chirurgijn ging roepen en Nicolette de linnenkast opende, voelde Jean Valjean, dat Javert hem aan den schouder stiet.

Vaak gebeurde het, dat Cosette van Jean Valjean sprak en zich verwonderde. Dan stelde Marius haar gerust: Hij is van huis, geloof ik. Heeft hij niet gezegd, dat hij op reis ging? 't Is waar, dacht Cosette. Zulke afwezigheden waren bij hem gewoon. Maar niet zoo lang. Twee of drie keeren zond zij Nicolette naar de straat de l'Homme-Armé, om te vernemen of mijnheer Jean van zijn reis terug was.

Zijn laatste knecht was een dik, amechtig man van vijf-en-vijftig jaar, die geen twintig schreden kon loopen; doch daar hij te Bayonne geboren was, noemde de heer Gillenormand hem Basque. De dienstmeiden heetten alle Nicolette bij hem, zelfs Magnon, van wie later zal gesproken worden. Op zekeren dag bood een keukenmeid van den eersten rang hem haar dienst aan.

Het geheele gezin, Basque en Nicolette er onder gerekend, was, op het oogenblik dat Cosette binnentrad, in de kamer van Marius te zamen. Zij verscheen op den drempel, en 't was alsof zij in een stralenkrans stond. Juist op hetzelfde oogenblik, wilde de grootvader den neus snuiten, maar bleef er in steken, hield den neus in zijn zakdoek en aanschouwde Cosette er overheen.

De portier wekte alleen Basque; Basque wekte Nicolette; Nicolette wekte tante Gillenormand. Maar men liet den grootvader slapen, meenende, dat hij de zaak altijd vroeg genoeg zou gewaar worden.

't Is waarschijnlijk, dat zij met Marius een dier gesprekken had gehad, in welke de beminde man alles zegt wat hij wil, van niets verklaring geeft, en de geliefde vrouw tevreden is. De nieuwsgierigheid van minnenden gaat niet veel verder dan hun liefde. De benedenkamer had zich een weinig opgeschikt. Basque had de flesschen en Nicolette de spinnewebben weggeruimd.