United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heb je er eenig begrip van wat dat beteekent? NORA. Kan hij dat niet uit gebrek gedaan hebben? HELMER. Jawel, of, zooals zooveel anderen, uit onbezonnenheid. Ik ben niet zoo harteloos, dat ik iemand onvoorwaardelijk zou veroordeelen, voor een dergelijke op zichzelf staande daad. NORA. Neen, , Torwald?

Weet je wat ... dan kom ik eens even kijken hoe je er uit ziet. Maar ik heb nog heelemaal vergeten je te bedanken voor den gezelligen avond van gisteren. Och, ik vond het hier gisteren niet zoo gezellig als anders. Je hadt een beetje vroeger in stad moeten komen, Kristine. Ja Torwald heeft er goed slag van zijn huis mooi en prettig te maken.

RANK. Dank voor dien wensch. NORA. Wensch mij hetzelfde toe. RANK. U? O ja, als u dat graag wil ... slaap wel. Hij had wel wat veel gedronken. Misschien wel. NORA. Torwald, wat ga je daar doen? HELMER. Ik moet de brievenbus leeg maken; ze is heelemaal vol; er is geen plaats meer voor de courant morgen ochtend.... NORA. Ga je nu nog werken van nacht?

Jawel hij is thuis. Is dat mijn leeuwerikje dat daar zingt? Ja! HELMER. Is dat mijn eekhorentje dat daar rondtrippelt? NORA. Ja-a! HELMER. Wanneer is het eekhorentje thuis gekomen? NORA. Daar net pas. Kom eens hier, Torwald, kom eens kijken wat ik gekocht heb. HELMER. Stil, even wachten! Gekocht zeg je? Dat allemaal? Is mijn verspilstertje weer eens aan 't geld verdoen geweest?

Je bent toch een echte vrouw! Neen, maar in vollen ernst Nora, je weet hoe ik over die dingen denk. Geen schulden maken! Nooit leenen! Er komt een gevoel van onvrijheid en ook iets dat niet mooi is in een huishouden, dat berust op schulden en geleend geld. Wij hebben ons tot nu toe flink weten te redden, en dat zullen wij ook verder doen, den korten tijd dat het nog noodig is. 't Is goed Torwald.

NORA. Jawel, een verspilstertje, dat weet ik nu wel. Maar laten wij het nu zóó maar doen, Torwald; dan heb ik den tijd om eens te bedenken wat ik het best kan gebruiken. Is dat nu niet heel verstandig? Zeg? Ja zeker ... dat wil zeggen, als je heusch dat geld kon bewaren en er dan werkelijk iets voor je zelf van kocht.

Van nacht wil ik bij jou blijven, mijn lieve vrouwtje! NORA. Met doodsgedachten aan je vriend? HELMER. Je hebt gelijk; dat heeft ons beiden geschokt. Er is iets storends tusschen ons gekomen ... gedachten aan dood en verwording. Daar moeten wij ons van zoeken te bevrijden. Tot zoo lang ... zullen wij ieder naar onze eigen kamer gaan. Torwald,... goeden nacht! Goeden nacht!

Je zult eens zien hoe mooi ik zijn zal! HELMER. Ja, was dat nu niet een gelukkige inval van mij? NORA. Prachtig! Maar ben ik nu ook niet lief dat ik je zin doe? Lief ... omdat je je man zijn zin doet? Nou, jij dwaasje, ik weet wel dat je het zoo niet meent. Maar ik wil je niet hinderen; je moet zeker gaan passen. NORA. En jij hebt zeker te werken? Kijk eens hier. NORA. Torwald. Ja.

MEVR. LINDE. Zeker, en in elk geval moet het al heerlijk zijn om het noodige te hebben. NORA. Neen, niet alleen het noodige, maar een boel, een heeleboel geld! Nora, Nora, ben je nog altijd niet verstandig geworden? In onzen schooltijd was je altijd erg verkwistend. Ja, dat zegt Torwald nu nog.

Heb je dan bij zoo'n gewetensvraag geen onfeilbaren gids? Heb je dan geen godsdienst? NORA. Och, Torwald, ik weet immers niet eens goed wat godsdienst is. HELMER. W