Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Nou ra-ake we zoo an 't pra-ate over Geis, en hoe ie alteit de mense naa-de mont pra-at; zoo maggek al zoo zegge, "'t Zou al een keerel weeze, zei ik zoo, die 'n dink vertelde, da-ar hei geen ja-a op zei." "Nou, zeit zwarte Sander, ik wil dan wel zien, zeit ie, of ik 'm dan jandomi zoo ver niet krijg, dattie teugen me zeit, dat 'k 't lieg. "'k Wet van niet," zeit Kla-as. "Waarom?" zeit Sander.
Van Lennep het noodzakelijk heeft geacht om de a in het Haarlemmerdijksch niet alleen te verdubbelen, maar het tweetal door een streepje van elkander te scheiden, even of het begin en het einde der vocaal door eene golving der stem gesplitst weerden. Zoo ziet men dan geschreven, b. v. ma-ar, la-ast, pra-ate, stra-at; ja-a, na-a, voor maar, laast, haast, praten, straat, ja, na.
De kaarsen waren tot een halven duim van de zilveren dopjes afgebrand. De vlammen joepten boven de zwarte pitten. Oom! vroeg hij fluisterend, zijt ge boven? .... Vindt ge de trap? .... Ja-a! .... Een handschoen van Vere lag op het tapijt, onder het verlakt tipje van zijn laarzen. Hij blies gauw, gichtig, kwaad, de vijf kaarslichten dood.
Jawel hij is thuis. Is dat mijn leeuwerikje dat daar zingt? Ja! HELMER. Is dat mijn eekhorentje dat daar rondtrippelt? NORA. Ja-a! HELMER. Wanneer is het eekhorentje thuis gekomen? NORA. Daar net pas. Kom eens hier, Torwald, kom eens kijken wat ik gekocht heb. HELMER. Stil, even wachten! Gekocht zeg je? Dat allemaal? Is mijn verspilstertje weer eens aan 't geld verdoen geweest?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek