United States or Burkina Faso ? Vote for the TOP Country of the Week !


Jawel hij is thuis. Is dat mijn leeuwerikje dat daar zingt? Ja! HELMER. Is dat mijn eekhorentje dat daar rondtrippelt? NORA. Ja-a! HELMER. Wanneer is het eekhorentje thuis gekomen? NORA. Daar net pas. Kom eens hier, Torwald, kom eens kijken wat ik gekocht heb. HELMER. Stil, even wachten! Gekocht zeg je? Dat allemaal? Is mijn verspilstertje weer eens aan 't geld verdoen geweest?

HELMER. Heelemaal niet: ik voel me integendeel bizonder opgewekt. Maar jij? Ja, jij ziet er echt moe en slaperig uit. NORA. Ja, ik ben erg moe. Ik zal maar gauw gaan slapen. HELMER. Zie je nu wel! Ik had dus toch wel gelijk om maar niet langer te blijven. NORA. O, het is altijd goed wat je doet. Nu spreekt mijn leeuwerikje als een groot mensch. Maar heb je opgelet hoe jolig Rank vanavond was?

Het galmde zoo frisch en zoo rein en zoo zoet, zoo vol ontroerde melodie, het steeg in de geurende atmosfeer als een zingende extaze tot de laatste, wegbleekende sterren; en zij zagen 't eerste leeuwerikje van den pas-geboren zomerochtend, wervelwiekend in het trillen van zijn fijne vlerkjes, naar de hooge, ijle, lichtblauw- wordende lucht.

Maar zoo wordt het toch weer in het huishouden en voor allerlei onnoodige dingen gebruikt en dan moet ik later maar wéér opdokken. NORA. toch, Torwald! HELMER. 't Is niets anders, mijn lieve Noraatje. Mijn leeuwerikje is allerliefst, maar het is een duur hoûbeestje. Niemand zou kunnen gelooven dat het een man zooveel geld kost er zoo'n lief diertje op na te houden.

NORA. Als je eekhorentje je nu eens heel erg dringend om iets vroeg...? HELMER. Wat dan? NORA. Zal je het dan doen? HELMER. Eerst moet ik natuurlijk weten wat het is. NORA. Je eekhorentje zou in de rondte springen en allerlei kunstjes maken, als jij nu een lief en toegevend was. HELMER. Voor den dag er mee dan! NORA. Je leeuwerikje zou luid en zachtjes door alle kamers zingen....

HELMER. Och wat, dat doet mijn leeuwerikje immers toch. NORA. Ik zou als een elf voor je dansen in den maneschijn, Torwald. HELMER. Nora ... het is toch niet dat, waarop je van morgen doelde? Juist, Torwald, ik smeek je er om! HELMER. En durf je waarlijk nog eens op die zaak terug te komen?

Zooals je wilt. Maar nu mag mijn leeuwerikje daarom de vleugeltjes niet laten hangen, hoor! Wat? Pruilt mijn eekhorentje? Geld!... HELMER. Ziedaar. Ik weet immers wel, kindje, dat er heel wat geld noodig is in een huishouden in den kersttijd. Tien ... twintig ... dertig ... veertig. O, dank je, dank je, Torwald; daar kom ik een heelen tijd mee toe! HELMER. Maar dat moet dan nu ook in ernst, hoor!

MEVR. LINDE. Wat is dat toch waar je op wacht? NORA. Och, dat kan jij toch niet begrijpen. Ga vast naar hen toe; ik kom dadelijk ook. Vijf uur. Nog zeven uur eer het middernacht is. Dan nog vier-en-twintig uur tot morgen nacht. Dan is de Tarantella uit. Vier-en-twintig en zeven? Dus nog een-en-dertig uren te leven. Maar waar blijft mijn leeuwerikje dan toch? Hier is je leeuwerikje! Zelfde kamer.