United States or Greece ? Vote for the TOP Country of the Week !


Pieter zou vóór mij gaan zitten, en dan op de zijbankjes, bij zijn rechter knie, het mooie lieve Koosje, zijn eerste liefde, en bij zijn linker de "magere ende zeer leelijke van gedaante, rank van vleesche, en wier gelijke in leelijkheid niet gezien was in den ganschen Egyptenlande", met de gitaar onder de bank.

Hij zou in staat zijn het te doen. Neen dat nooit in der eeuwigheid! Liever alles dan dat! Dokter Rank.... Liever alles dan dat! Liever alles wat het dan ook zijn moge! Dokter Rank staat buiten en hangt zijn pels aan den kapstok. NORA. Dag dokter. Ik herkende uw belletje. Maar u moet nu niet bij Torwald gaan, want ik geloof dat hij iets te doen heeft. RANK. En u?

NORA. Torwald heeft ook veel Champagne gedronken van avond. RANK. Zoo? NORA. Ja, en dan is hij naderhand altijd zoo vroolijk gestemd. RANK. Nou, waarom zou een mensch zich niet eens een vroolijken avond permiteeren na een goed gebruikten dag? HELMER. Een goed gebruikten dag ... daar durf ik mij helaas niet op beroemen. Maar dat durf ik, zie je.

Naast dezen boom, die alleenstaand of in groepen voorkomt, zag ik ook andere palmsoorten, de kleine criolla, die een fleschvorm heeft; de coroio, met een zeer dikken stam, de hata, een gedrongen boom met een breedgespreide kruin, de cana, die fier haar waaiervormige bladertrossen omhoog heft, en een zeer slanke palmsoort, de juraguana, die rank en puntig als een ijzerdraad omhoogschiet.

Aldus luidde de pas van Bartja: »Smerdes, zoon van Sandon, uit Sardes, ongeveer twee en twintig jaren oud, hoog en rank van gestalte, met een schoon gevormd gelaat, rechten neus en hoog voorhoofd, in het midden waarvan zich een klein litteeken bevindt, mag zich, dewijl voor hem een voldoende borg is aangewezen, daar waar de wet vreemdelingen duldt, in Egypte ophouden. In naam des Konings.

Ja, dat is het stellig ... natuurlijk! U is me zoowaar een mooie meneer, dokter! Is u nu eigenlijk niet een beetje beschaamd nu het licht op is? RANK. Neen; eigenlijk niet! Maar nu moet ik misschien wel weggaan ... voor goed? NORA. Neen, d

Dat doet er niet toe, zei Thymele. Zij was bijna zoo lang als de jongens, rank en mager. Zij had zelve iets van een jongen. En schertsend greep zij Cecilius in haar armen en zoende, zoende hem. De vrouwen lachten van de pret. Dan zoen ik Cecilianus, zei de kleedster en omgreep Cecilianus en zoende hem. Wil je wel eens laten! riep Cecilianus, als een maagd, die bedrongen werd.

De een leek op een linde, dicht van loof, met een groote kroon, een ander stond rank, als een pyramide, gevormd als een populier, en een ander weer liet zijn takken hangen als een treurwilg. Er waren er geen twee gelijk; maar prachtig waren ze allemaal. Toen stond hij op en liep om het huis. Daar lag de tuin, zoo wonderlijk mooi, dat hij onwillekeurig bleef staan en diep ademhaalde.

Maar tegen ons kan u 't toch wel.... Wat is het dan dat u zoo graag wou zeggen, zoo, dat Helmer het hoorde? NORA. Ik heb zoo'n dollen lust om te zeggen: bliksems! RANK. Hoe heb ik het nu met u! MEVR. LINDE. 't Is zonde Nora. RANK. Zeg u 't dan nu maar. Daar is hij! Sst, sst, sst! Wel Torwald-lief, ben je van hem af? HELMER. Ja hij is weg.

Tengere zuiltjes, rank als riethalmen, droegen het gewelf der koepels, die versierd waren met nagebootste grotstalactieten. Er waren springbronnen in de zalen, mozaïekvloeren op de binnenpleinen.