Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
Als ik de zon zie schijnen, Die met haar lieve stralen Deze aarde vrolijk koestert; Op dat er kruiden groeien, Om vee en mensch te spijzen; Die 't licht ons doet genieten, Om tog verheugd te werken, En vergenoegd te leven; Dan denk ik, met aanbidding, Hoe groot moet God niet weezen! Die zon heeft hij geschapen! En dat uit enkel liefde!
Om eene instorting voor te komen, ging ik, zoo dra myne kragten het toelieten, een stok snyden, waar mede ik zwoer den schelm, die het opzicht over de Neger-slaven had, te zullen vernielen, zoo hy my niet oogenblikkelyk een hut liet maken, al had hy zelfs tegenstrydige beveelen; want myn leven was tog de eerste zaak, waar op ik acht moest geven.
Maar zie, daar kwam de Pastoor van 't Begijnhof. Het was een kleine oude vent, met een goedig gezicht en een eirenkop met witte haren rond. Hij bood hen een snuifken. "Wa peisde van de zon, Pallieter?" "Da ze de kreêm is van 't lêve!.." "Ze rapst man keêl droeg." "En zoe vint ne mens tog altij 'n reden oem zan eige deugd te doen. Kom, we gonter ientje pakke."
Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien alle de noodlottigheden van den oorlog. Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen?
Ik heb te Essequebo suiker gezien, die op dit zoort van land geöogst, en allerfraayst was, schoon de Plantagie slecht was uitgedroogd, slecht bearbeid, en slecht bebouwd: niets tog bewyst beter de goede hoedanigheid van den grond, dan wanneer men goede waaren, om zoo te spreken, van zelf ziet geboren worden.
Al is de ziel van 't ligchaam af, Al daalt het lijk in 't donker graf, Dat moet u niet doen ijzen. Gelooft het tog, de goede God Zal zelfs dit lelijk overschot Veel schooner doen verrijzen. Ach, lieve kinders! zegt dan niet; Wat is dat sterven een verdriet! Mogt ik maar altoos leven! Wanneer ge God bemint en dient, Dan voert de dood u, als een vriend, In 't eeuwig zalig leven.
Laat my tog eens weten, of je haast Bruidstranen zal drinken. Alle menschen zeggen, dat je op je trouwen staat. Ik ben al tweemaal aan uw huis geweest; doch Juffrouw was uit, en ik kom weinig uit, en 't is by ons vreeslyk drok. 't Is nu net drie weken, dat ik aan deuzen schryf; neem men stoutigheid ten besten. Was ik maar weêr zo in men eigen gedoentetje by Juffrouw, wat zou ik bly zyn!
Het voorbeeld der Fransche Volkplantingen moet aan deeze aanmerkingen klem byzetten: door zig tegen de vryheid te verzetten, zyn zy verwoest geworden, zy herstellen zig met derzelver zoeten invloed, onäangezien alle de noodlottigheden van den oorlog. Wat kunnen zy, die de slavernye voorstaan; tog inbrengen?
Geen geld bekore ons jong gemoed, Maar heiligheid en deugd. De wijsheid is het noodigst goed; Het sieraad van de jeugd. Wat is tog rijkdom? wat is eer? Een handvol nietig slijk. Gods vriend te wezen is veel meer; Die Jesus lieft, is rijk. Kom vallenwe onzen God te voet Om deugd en heiligheid: Zo wordt op aard ons jong gemoed Ten hemel voorbereid.
Zou ik dan mijn zusje kwellen Om dat zij me niet bemint? Zou ik kwaad van haar vertellen? Neen ik denk: zij is een kind! 'k Zal haar van mijn lekkers geven. Dan wat druiven, dan een peer, Dan een hazelnoot zes zeven, En wanneer zij wil, nog meer. 'k Zal haar hart door liefde winnen, Ze is tog geen kwaadaartig kind; Zo lang zal ik haar beminnen, Tot ze in 't eind mij ook bemint.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek