Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


Ik heb, hiermede, geloof ik, alles gezegd wat ik als Woord Vooraf had op het hart. En dus kunnen wijken de wolken, die het ridderlijke verleden van Tafel-Ronde nog bedekken voor onzen blik, en moge het Schaakbord zweven....

Dat wat rondom Gawein de Ridders van Tafel-Ronde zoo dikwijls hadden betwijfeld, dat was gekomen en had hem omringd en zoû hem weder omringen.

Maar de aannaderende ruiters waren de wending van den weg omgeslagen en, in zicht van Gawein, herkende deze, twee aan twee naast malkanderen rijdende, de negen ridderen van Tafel-Ronde: Lancelot, Gwinebant, Galehot, en Sagremort en tevens Hestor en Meleagant, Acglovael, Ywein en Bohort!

Koning Assentijn vierde die maand met groote feesten de tien dappere ridders van Tafel-Ronde en toen hij vroeg aan Gawein wat hij hem geven konde om zijn dank en aller dank van die van Endi hem te betuigen, aarzelde Gawein niet langer en vroeg hij, blozende maar luid-op, trots alle de moeilijke overpeinzingen, die hem hadden bedrongen, om Ysabele.

En zuchtte diep want smachtte, naar Ysabele.... Die nacht was de Koning van weemoed moê en had zich vroeg te ruste begeven hoewel de maan licht aan den hemel stond en bosch en burcht zoo zwart en romantisch Romaansch tegen die klaarte zich teekenden, dat schoener nacht zich niet denken liet. Door de duistere schaduwen en blauwwitten lichtval in de schuimblank bloesemende vergieren wandelden Lancelot en Guenever, of zaten op de marmeren bank en hare wijle, als witte nevel, waar maan door scheen, sluierde om beider hoofden hun staâgen kus. Gawein ook was ter ruste getogen, maar Keye, de drossaet, hoorde in de nacht vreemd rumoer, onderdrukt, en zag uit, uit zijn rond raamke, hoog in den burcht, zijn neus plat tegen de kleurige ruitkens. Hij zag ter andere zijde des burchts de kemenade der koninginne verlicht met een geligen schijn van toortsen en meende, dat zij niet sliep en Lancelot evenmin, maar dat was bekender zake, waarom Keye niet zoû geven een aas! Doch, om het rumoer spiedde hij uit in den binnenhof en werkelijk, in het schuin vallen van maan en van schaduw, die verdeelden den hof tusschen haar beiden met één lange streep dwars over de muren en torens en pavement, zag hij de achterhand van een ros, dat, getuigd, een garsoen bij den teugel hield.... En zag hij Lancelot uitkomen de poort van den toren van Guenevers porprijs, zag hij de gelige toortsen dooven en vernam toen meerder paardgetrap en, bij alle engelen van den Trone! zag hij de geschaduwde of even maan-opgelichte ridderen, te peerd, den cour uit rijden, dien hij zelve had doen sluiten. Lancelot, opgestegen, voegde zich in hun midden en zij reden, als schimmen, altemaal weg.... Hij kon ze niet volgen meer, maar waar gingen zij henen? Hij verbaasde; hij stond versaagd en verwonderd; hij verstond niet, dat in de nacht alle Koning Arturs ridderen van Tafel-Ronde want dat Gawein hun ontbrak, had hij niet bespied Camelot zouden verlaten om wie weet waar heen te gaan?! En furieus, dat zij de dichte poorten wisten door te komen, alle de dichte poorten zekerlijk, die naar alle de bruggen van de elf grachten toegang gaven, nam hij zijn zwaren bos sleutels, dien, om niet te rammelen en den Koning te wekken, hij wikkelde in een slip van zijn mantel, verliet zijn closet en hinkte, een licht in de hand, van schoentip op schoentip, de sombere, zwijgende gangen van den donkeren burcht door. Daalde de smalle trappen af, opende zachtkens de hoofddeur, keek om en om en uit en uit, spiedde éenoogig in duister, hoedde voor maan zich ter eene en sloop in de schaduw ter andere zijde, naar de poort, om te zien of zij toe was.... Werkelijk, zij was gesloten en toen hij haar nu zelve geopend had en uitgekeken naar de tweede poort aan de andere zijde van de eerste gracht een brug er over, die opgehaald was, bevond hij, dat, werkelijk de tweede poort ook gesloten was...! Zoo vermoedelijk zouden

Gwinebant is de jongste, die mede aan zit aan Tafel-Ronde en hij is met Lancelot mij komen verlossen uit de Valleie van Ontrouwe Ridderen.... Hij is een dierbare jongeling mij, Ysabele, en harde valiant en ik twijfel niet, of hij, als wij allen, had het volbracht, het fayt-van-wapenen....

Maar voor gij mij verder voert den koning Assentijn te moet, bidde ik, dat gij mij meldet: ik ben Gawein van Koning Arturs Tafel-Ronde ridder; ik ben Gawein, des Konings Assentijns schoonzone eenmaal, voor mijn schoone wijf, Ysabele, des Konings dochtere, stierf; ik ben Gawein, eenmaal des Konings Assentijns vijand en zijner dochtere schaker.... Ik ben Gawein en deze hier is Amadijs, mijn knape-van-wapenen.

En Amadijs, de schildknaap, die naast Gawein op het zelfde bedde gewoon was te slapen, sliep niet die nacht naast Gawein, het geen Gawein niet bemerkte, omdat hij, wakende zelfs, droomde van Ysabele... Den volgenden morgen zaten, na afscheid van den Koning, van Ysabele, van allen, die nu op de hoogste transen uitkeken, de vijf ridders van Tafel-Ronde op.

Die volgende maanden werd er groote rouwe gedreven te Camelot om Gawein, die was meenden allen nu de allerdapperste ridder geweest van Tafel-Ronde en hij rustte in het grafgewelf onder de burchtkapel.

En de veêler, terwijl de vinder boog, vedelde zacht op zijne veêl.... De veêler vedelde zacht zijne veêl, begeleidende de stem van den vinder, die zong hoog en heldhaftiglijk uit van een ridder van Tafel-Ronde.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek