Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
»Leuk,« dachten de kinderen. »Nou zijn we daar ook geweest.« En meteen stormden ze weer naar de pont. Even later waren ze teruggekeerd in Overijsel. In een speeltuin dronken ze chocolade en toen speelden ze er een paar uren. En Jo verwisselde er van kleeren en gaf terug, wat hij geleend had. Ziezoo, nu was alles weer in orde! »Vooruit«, riep meester eindelijk, »naar Zwolle terug.
Ik zag het ouderlijk huis in vlammen staan: gewapende roovers, waaronder zich Andries en, vreemd genoeg, ook de poëet Helding bevonden, stormden ter plundering binnen, en werden aangevoerd door den Heer Jacobus Blaek, die zijn regenscherm als een staf van commando rondzwaaide.
De toejuichingen der Isegrims weergalmden boven de Love. Gelukkig dat Jakob de Leeuw, door den begonnen loop voortgerukt zich niet kon omkeeren, vooraleer het paard van Segher Wulf zich had opgericht, en deze tot het andere einde van den krijt was gereden, om afstand voor eenen nieuwen en felleren aanval te nemen. Weder stormden zij op elkander los.
»O, God!... Een nieuw ongeluk!..." was de kreet van James Burbank. Hij vloog naar de deur, opende die en allen stormden naar buiten. Miss Alice stond daar op weinige passen afstand van het woonhuis bij mevrouw Burbank, die op den grond uitgestrekt lag. Noch Zermah, noch de kleine Dy bevonden zich bij haar. »Mijn kind?... Waar is mijn kind?" riep James Burbank in den grootsten angst uit.
"Nou 't is mij wel," zei de klerk, en hij stond op, ging naar 't hok der kaartjes, stempelde er twee en beurde het geld van den rijken boer. "De spoor, Heere!" riep nu eensklaps de klerk, die met de vijftien minuutjes wat ruim gerekend had. Gerrit en Gijs de laatste met den reiszak stormden, door den klerk gevolgd, naar buiten.
Zij zelve stortte, met een rauwen gil, bewusteloos op den grond, en terwijl de dienstboden, door den slag ontsteld, ijlings naar de zaal stormden, opende Alonzo het torenkamertje, waaruit een pistoolschot was gelost, doch ontwaarde niets dan een tamelijk lang koord, 't welk uit het venster hing.
Iwein had zich echter op hunne komst voorbereid en den ring van Luned, zooals de jonkvrouw zeide te heeten, aan den vinger gestoken. Bij gevolg stormden zijne vijanden hem in woeste vaart voorbij, zonder hem te bemerken en waren weldra door de hoofdpoort verdwenen. Toen trad Iwein het slotplein op, waar hij Luned op zich vond wachten.
Vort jongens!" Daar stormden ze heen. "Allerliefste kindertjes! zoo ongedwongen, zoo sans gêne," verzekert mijnheer. "En zoo gezond!" merkt mevrouw aan; de buitenlucht is toch maar alles!" "Ze kriegen noar beheuren wat ze willen, en ze kunnen doen naar beheuren wat ze willen!" zegt Janssen: "moar gehoorzoam da's één, en geen streken da's twee. Kom nêf nog 'en glêske!"
Een dichte drom van aanvallers stormden er door en weldra was het park door een paar honderd hunner bezet. Aan weerszijden vielen toen velen, want men vocht toen man tegen man. De geweerschoten weerklonken van alle kanten.
Verscheiden stadssergeanten, met den degen in de vuist, en politieagenten, met knuppels en stokken gewapend, stormden toe op Javerts geroep. Men knevelde de bandieten. Deze troep menschen, ternauwernood door een kaars beschenen, vervulden het hol met duisternis. "Allen de duimschroeven aangelegd!" riep Javert.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek