Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 mei 2025


Hij verliet de kamer, wekte den waard, en met zijn brood in de hand ging hij naar buiten. Opgewekt stapte hij voort in den frisschen morgen.

En terwijl men door de opening aan de mannen, die zich op de bovenste trede bevonden, de hand reikte, naderde men ons door de gaanderij. De ingenieur had zich aan het hoofd gesteld; hij was de eerste die op de trede stapte en ik lag in zijn armen, vóór ik nog een woord had kunnen uiten. Het was hoog tijd, want mijn hart klopte bijna niet meer.

"Nu Dik, maar we hebben toch pleizier gehad, en Bruintje heeft zijne straf al te pakken." "Dat is zoo!" zei Dik. "Jongens, wat kreeg hij een zeldzaam pak slaag. Maar nu gaan wij naar huis; ik denk, dat het al laat is." Een oogenblik later was alles stil op het dorp. Den volgenden morgen stapte Flipsen met zijn verkeerde been uit bed. De man was meer dan knorrig; hij was kwaad, door en door kwaad.

Dat was ál te erg van een jongen, jonger dan zij zelf, en Meta stapte weg, na hem op beleedigden toon toegevoegd te hebben: "Je bent de onhebbelijkste jongen, dien ik ooit gezien heb." Zeer ontstemd ging ze naar een rustig hoekje bij een open raam om haar wangen wat te verkoelen, want de nauwe japon bezorgde haar een lastig hoogen blos.

Hij lichtte den ring van de groote hofpoort en stapte tusschen wagens en karren door de schuur. Daarbinst overviel hem een groote, verdrietige moedeloosheid, de wederwerking van 't geruchte op 't dorp en de doodsche winterstilte hier alom.

Ik was het centrum van 't bestaan geworden. Even sprak ik hardop in 't stille van de wachtkamer en merkte niet eens dat de overige reizigers mij vreemd aankeken. Toen de trein voorkwam stapte ik er machinaal in en toen hij een half uur later in het Pennsylvania Depot stilhield, stapte ik er machinaal uit, zonder beseft te hebben dat ik er mee gereisd had.

De postiljon sukkelde weer overeind en paarden en wagen achterna, geen tijd kunnende missen om den dader te zoeken. Ik stapte haastig den anderen kant uit, maar gunde mij ook volstrekt geen tijd, om eens na te denken over het lot der reizigers, wiens zweepslagen ik nog gevoelde.

De molenaar was geen vriend van veel woorden. Hij sprak gewoonlijk zeer weinig, maar hij had een goed hart. Zwijgend stapte Dik op het krat, en zwijgend vervolgden zij hun weg. Dat had zoo eenige minuten geduurd, toen de molenaar, die van terzijde zijn jongen vriend al eens een paar malen had aangekeken, plotseling vroeg: "Wat scheelt er aan? Ben je ziek?"

De hijschmachine van het hôtel bracht ons in den grooten gang; ik ging een paar trappen lager naar het kantoor om mijne rekening te betalen; ik gaf bevel om mijne opgezette dieren en gedroogde planten naar Parijs te verzenden en om de babiroussa te voeren, en stapte gevolgd door Koenraad in een rijtuig.

Ik at staondeweg een brugge, drukte Geert, die in 't bedde lag te liepen umdat vaoder op reize gunk, de hand, keek de hond is an, smokte Jaaije, veur 't eerste in roem 14 jaor as men trouwt is, komp men der zoo niet toe zee: »tot mörgenaovend volk!" en stapte 't loeg oet, met allerlei moezennösten in 't heufd. »Waor giet dat op an?" ruep Gerrit Platzer. »Nao Carré."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek