Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juli 2025


Ofschoon zijn onderhoud met van Staden een reeks van gedachten, niet alle van aangename aard, in zijn brein had doen ontstaan, had de afgematheid van zijn lichaam spoedig over de altijd werkzame geest gezegevierd, en was Uijs de vorige avond binnen weinige minuten nadat zijn hoofd het kussen raakte, in een diepe, geruste slaap gevallen.

Piet Uijs en Hendrik Potgieter worden Hoofdkommandanten. Sarel Cilliers en Frans van Staden begaven zich op weg naar de tent van Gert Maritz, zodra zij Uijs hadden verlaten. Daar gekomen, vonden zij de oude Voortrekker reeds op hen wachtende. »Welnu," vroeg hij, »wat zegt Uijs?" »Wel," antwoordde Cilliers, »zijn manschappen hebben, zoals wij verwachtten, de zaak ten volle aan hem overgelaten.

Terwijl Cilliers en van Staden hun komplot, indien wij het zo noemen mogen, om de eendracht in de trek te herstellen, uitwerkten, bracht Uijs de morgen in ernstige overpeinzing door. Hij vroeg zich af, of hij recht zou handelen, indien hij zich zou terugtrekken en zijn stem zou geven voor Hendrik Potgieter als Kommandant-Generaal.

Ik en de mijnen hadden hem in ieder geval nimmer, en hebben hem nu ook nog niet nodig. Ook ik wil alle twijfel wegnemen, evenals Frans van Staden. Ik zal òf hier blijven als hoofd van deze trek, òf ik en zij die mij willen volgen, zullen ons over het gebergte begeven en ons aansluiten bij mijn tochtgenoten, die zich tans aan de overzijde van de Vaalrivier bevinden. Dit is mijn laatste woord.

Waarom neem je je niet voor te blijven, met de ernstige bedoeling, al wat mogelik is te doen om alle tweedracht te voorkomen?" Potgieter was in het nauw gebracht. Hij moest dit zelf erkennen, en zei: »Oom Sarel, het valt me zwaar om met u in woordestrijd te zijn. Ik kan u niet weerleggen." En hij verzonk in ernstig nadenken. Tans merkte Frans van Staden, dat de beurt aan hem gekomen was.

Allen richtten zich op en hernamen hun plaatsen. Een ademtocht van ernst, maar tevens vol opwekking en kracht, een gloed aan de Geest des Eeuwige Levens ontleend, scheen over hen te zijn gegaan en hen te hebben bezield. De Kommandant richtte het woord tot van Staden, en zei: »Broeder, de Krijgsraad is gereed om uw droevig rapport in al zijn omvang te horen en te overwegen."

»Ik dank God, dat Hij zo genadiglik de ramp, die ons dreigde, heeft afgewend," riep Cilliers bewogen uit. »Laten we dadelik naar Uijs gaan." »Nee, niet te haastig, oom Sarel," zei van Staden. »Laat ons blijven bij onze afspraak met Uijs en hem van avond gaan zien. We kunnen neef Hendrik komen afhalen. Uijs kan intussen nadenken over hetgeen wij hem hebben gezegd."

Verscheiden oude vrienden van Uijs, vernomen hebbende dat hij bij oom Frans zijn intrek had genomen, kwamen om hem te verwelkomen, maar werden door van Staden allen afgewezen. Zijn gast had rust nodig, zei hij. Later kon men hem zien, zoveel men wilde. Indien hij nu gestoord werd, zou hij, indien de Zulu's in de nacht het lager aanvielen, misschien niet wakker te maken zijn.

De tent was spoedig bereikt, en Uijs werd met de grootste gulhartigheid door de vrouw en kinderen van zijn gastheer ontvangen. Nauweliks had hij zich neergezet, of van Staden zei: »Neef Pieter, was het stof eerst af en maak je koel, dan zal de vrouw je koffie en beschuit voorzetten, en dan zit je hier uit te rusten.

Je kunt echter aan Potgieter zeggen, dat ik met het plan bekend ben en het goedkeur; ook dat Uijs nog onbeslist is, maar dat je vertrouwt, dat hij ook zal instemmen. Geeft Potgieter zijn goedkeuring ook, dan ga ik van avond met jullie mee naar Uijs." Toen Cilliers en van Staden enige ogenblikken later bij de tent van Potgieter aankwamen, vonden zij hem buiten bij zijn wagen staan.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek