Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Niemand kan zeggen dat ik niet goed leef met myn vrouw zy is een dochter van Last & Co, makelaars in koffi niemand kan iets op ons huwelyk aanmerken. Ik ben lid van Artis, zy heeft een sjaallong van twee-en-negentig gulden, en van zulk een malle liefde die volstrekt aan het einde der aarde wil wonen, is toch tusschen ons nooit spraak geweest.
Van geen dier mag eerder dan van dit gezegd worden, dat het om geheel menschelijk te zijn, niets anders mist dan de spraak, geen dier vertoont ons zulk een volledige reeks van wijzigingen van den gemoedsaard, geen dier heeft de stof geleverd voor zooveel verhalen, welke de bewijzen leveren van zijn verstand, zijn geheugen, zijn herinneringsvermogen, zijn oordeel, zijn fantasie, of zelfs van zedelijke eigenschappen, zooals: trouw, gehechtheid, dankbaarheid, waakzaamheid, liefde voor den meester, geduld bij 't omgaan met kinderen van menschen, woede en doodelijken haat tegen de vijanden van zijn meester; geen enkel dier wordt daarom den mensch zoo vaak ten voorbeeld gesteld.
"Dit deed hij in een zonderlinge taal; zoo iets half Vlaamsch en half Fransch, dat de buren en klanten dikwijls deed lachen, doch ik was er aan gewend als aan een natuurlijke spraak."
Van wildheid was geen spraak, toen Wouter 'n kwartiertje na deze laatste vermaning, allerbeschaafdst aanbelde aan zeker huis op de Keizersgracht, dat met den naam Kopperlith gemerkt was. Doch, helaas, 't scheen wel of reeds z'n eerste aanraking met die firma 'n misgreep wezen moest. Twee toegangen boden zich niet zeer oprecht uitlokkend, maar bruikbaar toch den bezoeker aan. Een dubbele glasdeur vertoonde zich op de laagte, of zelfs ten-halve beneden de laagte, van de straat, doch daar-naast gaf 'n "opgaande stoep" gelegenheid om doortedringen tot 'n soort van bel-étage. Wouter, vol fatsoensbejag, vond den laatsten weg 't geschiktste, en met niet zeer flink gestrekte knieën besteeg hy de acht of tien trappen. Op 't bordes aangeland, trok hy zoo zacht mogelyk aan de bel: men mocht het eens hooren! Onwillekeurig, en byna met schrik, ontwaarde hy door 't venster van de "zykamer" het gelaat eener bejaarde dame, dat zonder de geringste uitdrukking van welwillendheid z'n figuurtje scheen te monsteren. 't Scheen wel dat ze hem de stoep wou afkyken. Wouter had er 'n pynlyk gevoel van, en maakte zich zoo klein mogelyk. 't Is niet ieder gegeven, en vooral niet iemand die z'n eerste opstaande halsboorden torscht, zonder angst, op de stoep te staan van 'n huis op de Keizersgracht! Met genoegen ware onze held hard weggeloopen, maar... wat d
Toen zijn rede uit was, verdween de vreemdeling even snel en geheimzinnig als hij was gekomen, en de twaalf rechtsgeleerden, hun spraak terug krijgend, riepen tegelijk uit dat Forseti zelf bij hen was geweest, en het wetboek had gegeven volgens hetwelk de Friezen voortaan moesten gevonnisd worden.
Bij Eline's zuster gevoelde hij zulk een zedelijke minderheid, dat hij meermalen haar radde en luchtige scherts met nog tragere spraak en nog dikker lach dan gewoonlijk beantwoordde.
Zijn bruin gelaat kan wel niet schoon genoemd worden, doch het tintelt van geest en leven: en in stem, in spraak, in manieren spreidt hij dat bevallige, dat innemende, dat echt hoffelijke ten toon, 't welk noch goud, noch hooge betrekkingen, noch al de moeite, die men aanwendt, kunnen verschaffen aan hem, wien het van natuur niet eigen is.
In zijn geliefkoosde houding, één voet op 'n stoel, de elleboog steunend op zijn knie, zette hij mij uiteen, dat van evolutie eigenlijk geen spraak kan zijn.
4 Alle taal zou voorzeker te kort schieten wegens onze spraak en onze heuchenis, die weinig macht hebben om zoo veel te bevatten. 7 Indien zich nog eens al het volk vergaarde, dat voormaals op het fortuinig land van Apulië zijn bloed verloor 10 wegens de Romeinen en wegens den langen oorlog, die zoo grooten buit van ringen maakte, gelijk Livius schrijft, die niet dwaalt;
67 dat gij mij niet verbiedt te wachten, totdat de gehorende vlam hier komt: gij ziet dat ik uit begeerte mij naar hem buig." 70 En hij tot mij: "Uw gebed is zeer prijzenswaardig, en daarom neem ik het aan: maar maak dat uw tong zich stil houde. 73 Laat mij spreken, daar ik begrepen heb dat wat gij wilt; daar zij wel, omdat zij Grieken waren, schuw zouden kunnen zijn van uwe spraak."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek