United States or Poland ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar Harbert, ondanks zijn verzet, uitgesloten werd, hadden Pencroff en Gideon Spilett en de ingenieur met Nab beurtelings de wacht. De nacht ging voorbij zonder dat er iets voorviel en de tocht door het bosch werd voortgezet. Dien dag kon men slechts zes mijlen afleggen daar men zich letterlijk met de bijl een weg moest banen. Hier en daar vond men nog sporen van de boeven.

Nu en dan kwam er een groote stormvogel of een fregatvogel binnen het bereik van het geweer en Gideon Spilett vroeg zich af of hij mogelijk niet aan een van deze hoogvliegers zijn bericht aan den New-York-Herald had toevertrouwd. Deze vogels waren de eenige wezens, welke dit gedeelte van den Oceaan, tusschen het eiland Tabor en het eiland Lincoln, schenen te bezoeken.

"Van dien toestel zie ik nu juist het nut niet in," zeide Cyrus Smith, "en een vollediger voorraad kleeren en voedsel zou ons en elken anderen schipbreukeling beter te pas zijn gekomen en vooral meer kruit en lood!" "Maar is er op al die instrumenten, werktuigen en boeken geen enkel teeken, geen naam, die ons op het spoor van den eigenaar zou kunnen brengen?" vroeg Gideon Spilett.

"Ik geloof," zeide Gideon Spilett, nadat er gesproken was over de onmogelijkheid om met Nab gemeenschap te hebben, "dat, wanneer wij ons op weg waagden, wij gevaar zouden loopen een kogel te ontvangen, zonder dien te kunnen beantwoorden. Maar gelooft gij niet, dat het nu het beste is om een bepaalde jacht op deze ellendelingen te maken!" "Dat meen ik ook," zeide Pencroff.

"Gij hebt het, kapitein," antwoordde de ingenieur. Kapitein Nemo dankte hen en verzocht hem eenige uren alleen te laten. Gideon Spilett drong er op aan, dat hij bij hem zou blijven, ingeval zich een crisis mocht voordoen, maar de stervende weigerde en zeide: "Ik zal nog tot morgen leven, mijnheer!"

"Ja," hervatte Gideon Spilett, "en zoo voorzichtig mogelijk." "Als het maar ontkiemt!" riep de matroos. "Het zal zeker ontkiemen," zeide Smith. Het was thans de 20ste Juni. Eerst waren zij van plan het in een bloempot te zaaien, maar bij nader overleg achtten zij het raadzamer, het aan de aarde toe te vertrouwen.

"Er is brand in den schoorsteen," zeide Gideon Spilett. "En wij kunnen dien niet blusschen!" antwoordde Harbert. "Men moest die vulkanen kunnen vegen," merkte Nab op, die met den grootsten ernst scheen te spreken. "Goed Nab," riep Pencroff uit. "Wilt gij de schoorsteenveger zijn?" Pencroff barstte in een hartelijk lachen los.

De zeeman en Gideon Spilett begaven zich, zoo snel hunne beenen hen dragen konden, naar de plaats vanwaar zij de kreten gehoord hadden. En het was hoog tijd dat zij kwamen, want op een open plek in het bosch zagen zij den knaap op den grond liggen onder een wild schepsel, een reusachtige aap ongetwijfeld, die hem geheel in zijne macht had.

Spilett stond stil, zocht in zijn zakken, vond niets en zeide: "Ik had er wel, maar ik heb ze weg moeten werpen." Toen riep de matroos Nab, deed hem dezelfde vraag en ontving hetzelfde antwoord. "Vervloekt!" mompelde hij, zijn gewaarwordingen niet kunnende onderdrukken. Spilett hoorde het, en ging naar Pencroff toe met de woorden: "Hebt gij geen lucifers?" "Geen een en dus ook geen vuur!"

De luiken werden zoolang gesloten totdat de ingenieur zijn glasruiten vervaardigd had. Gideon Spilett had zeer netjes, op de uitstekende punten van de grot en om de vensters, verschillende planten geplaatst, zoodat alle openingen omlijst waren met groen en een schilderachtige uitwerking deden. De bewoners van dit hechte, gezonde en veilige huis hadden alle reden om over hun werk tevreden te zijn.