Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 juni 2025


"Ik geloof," sprak Gideon Spilett, "dat wij in elk geval zullen weten wat ons te doen staat wanneer wij weder op het eiland Tabor zijn teruggekeerd, want zoo de Schotten het bezocht hebben, moeten zij noodzakelijk eenig spoor hebben achtergelaten." "Dat is zeer waarschijnlijk," antwoordde de ingenieur.

Gideon Spilett deelde in dit opzicht volkomen zijn meening en zij onderhielden elkander telkens, maar op fluisterenden toon, over dit onverklaarbaar feit, waartegenover hun gezond verstand en ondervinding te kort schoten. Er was ongetwijfeld een geheim op het eiland, en hoe zouden zij dat oplossen? Harbert kon zich onmogelijk verbeelden wat het was en had gaarne Cyrus Smith eens uitgehoord.

Daarop kwam Spilett op het denkbeeld om een vuur aan te leggen, dat den ingenieur tot eenig signaal zou kunnen dienen. Maar men kon nergens takkenbossen of droog hout vinden. Slechts zand en steenen waren er. Het waren pijnlijke uren die zij sleten. Er heerschte een felle koude. De schipbreukelingen leden veel, maar voelden het ternauwernood.

"Waarlijk, men zou zeggen dat Spilett en Ayrton elkander waarschuwden als ze vuur wilden geven." "Mannen!" antwoordde Ayrton, "de brik komt hierheen." Eenige oogenblikken later riep Pencroff uit: "Daar komen de roovers!" Thans hadden Spilett en Nab zich bij de overigen gevoegd. Zij hadden niet het minste letsel bekomen; maar allen achtten het nu raadzamer den post bij de Mercy te verlaten.

De een na den ander viel dood of gewond met een schellen kreet in de kamer neer. Sommigen vluchtten naar buiten, maar werden gedood door hun val, en eenige oogenblikken later kon men veronderstellen, dat er geen levende apen meer in het Rotshuis waren. "Hoezee!" riep Pencroff, "hoezee! hoezee!" "Niet zooveel hoezee's!" zeide Gideon Spilett. "Waarom niet!

"Ik zou daar niet vreezen Harbert met een van ons achter te laten, en de drie anderen konden de bosschen doorkruisen. Maar wij zijn in de kraal, en moeten er blijven tot op het oogenblik dat wij haar gezamenlijk zullen kunnen verlaten!" Cyrus Smith had gelijk en zijn metgezellen begrepen het. "Was Ayrton maar bij ons!" zeide Gideon Spilett. "Arme kerel!

Nab had eenige kopjes van het aftreksel van vlier, dat als koffie diende, rondgediend. Zij spraken over het eiland, over zijn verlaten ligging in de Stille Zee, toen Gideon Spilett zeide: "Mijn waarde Cyrus, hebt gij de ligging van ons eiland wel weder waargenomen nadat gij den sextant bezat, dien wij in de kist gevonden hebben?" "Neen," antwoordde de ingenieur.

"Ja, dat bericht in die flesch, die wij gevonden hebben en dat de juiste ligging aangaf van het eiland Tabor?" Ayrton streek met zijn hand over het voorhoofd. Na een oogenblik te hebben nagedacht, zeide hij: "Ik heb nooit een bericht in zee geworpen!" "Nooit?" riep Pencroff uit. "Nooit!" Ayrton groette, ging naar de deur en verdween. Een gesprek. Cyrus Smith en Gideon Spilett.

"Wij zijn nog niet aan het einde van onze tegenspoeden gekomen, beste Spilett, en misschien zal de gelegenheid zich wel weder voordoen, waarop hij ons zijn machtige tusschenkomst kan doen gevoelen. Maar thans behoeven we daar niet over te denken. Het leven van Harbert vóór alles." Den tienden dag, 22 November, waren er aanmerkelijke verschijnselen van beterschap bij den knaap te bespeuren.

Cyrus Smith wilde hem op de proef stellen door hem in een andere omgeving te brengen, bij dien Oceaan, waarop hij vroeger altijd had gestaard en aan den zoom van de bosschen, die hem moesten herinneren aan die, waarin hij zooveel jaren zijn leven had doorgebracht! "Maar," zeide Gideon Spilett, "mogen wij hopen dat hij niet ontvluchten zal, zoodra hij vrij is?"

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek