Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 26 juni 2025
Zijn inderdaad zonderlinge vorm verwonderde allen, en toen Gideon Spilett, op raad van den ingenieur, den omtrek er van geteekend had, vond men dat het geleek op eenig phantastisch dier, een monsterachtig gevind weekdier, dat op de oppervlakte van de Stille Zee ingeslapen was. Het eiland zelf maakte in het algemeen daarvan den indruk.
Pencroff kreeg weder eenige hoop. Gideon Spilett echter zeide niets. Er vertoonden zich andere verschijnselen, die de reporter ten hoogste verontrustten. Het verstand van Harbert werd meer en meer beneveld en hij begon erger te ijlen. Gideon Spilett riep den ingenieur ter zijde. "Het is een zenuwkoorts!" "Een zenuwkoorts!" riep Cyrus Smith uit. "Gij vergist u, Spilett.
Het kwam er slechts op aan, voordat de nevel geheel was opgetrokken, hun posten in te nemen. Nab en Pencroff begaven zich terstond naar het Rotshuis om daar kruit en wapenen te halen. Gideon Spilett en Ayrton, beiden goede schutters namen de juistheids-karabijnen. De vier geweren werden verdeeld tusschen Cyrus Smith, Nab, Pencroff en Harbert.
"Om je te dienen, Nab," antwoordde de reporter, "maar ik waarschuw je, wanneer gij mij met uwe recepten bekend maakt, dat ik ze uitgeef." "Zooals gij wilt, mijnheer Spilett," antwoordde Nab, "zooals gij wilt!" En zoo werd Gideon Spilett, als helper van Nab, den volgenden morgen, in diens werkplaats gebracht.
Nab en de correspondent waren over hem heen gebogen. "Meester! Meester!" riep Nab uit. De ingenieur hoorde hem. Hij herkende Nab en Spilett, daarna zijn beide andere metgezellen, Harbert en Pencroff; zacht raakte hij hen met de hand aan. Toen kwamen eenige woorden over zijn lippen woorden, die hij zeker reeds meer gezegd had en die duidelijk te kennen gaven welke gedachten in hem omgingen.
Gideon Spilett stond op na hem lang met aandacht gadegeslagen te hebben. "Hij leeft!" zeide hij. Pencroff knielde thans op zijn beurt naast Cyrus Smith neder; ook hij hoorde het kloppen van het hart en zijn lippen voelden den adem van den ingenieur. Harbert snelde naar buiten, om op verzoek van den correspondent water te halen. Een honderd passen ver vond hij een helder stroomend beekje.
Zij vroegen zich zelf af, of deze gebeurtenis niet in eenig verband stond met de onverklaarbare redding van den ingenieur en andere bijzonderheden, die hun menigmaal hadden verbaasd. Maar nadat Cyrus Smith het voor en tegen van de zaak overwogen had, eindigde hij met de woorden: "Zoudt gij nu uw meening eens willen zeggen, Spilett." "Ja, Cyrus.
De kolonisten begrepen echter spoedig van waar die onbeweeglijkheid kwam, toen zij bij eb rondom het beest konden loopen. Hij was dood en er stak een harpoen in de linkerzijde. "Er zijn dus walvischvaarders in onze nabijheid?" zeide Gideon Spilett. "Waarom?" vroeg de zeeman. "Omdat die harpoen er nog in is...." "Wel, mijnheer Spilett, dat bewijst niets," antwoordde Pencroff.
"Zoo, zoo! er zijn dus steenen in uwe speenvarkentjes?" zeide Gideon Spilett. "Ik zou het bijna gelooven," zeide Pencroff, terwijl hij het voorwerp uit zijn mond haalde dat hem een tand kostte!.... Het was geen steen.... Het was een kogeltje! Over een hagelkorrel. De samenstelling van een boot. De jacht. Niets dat de tegenwoordigheid van een mensch verraadt. Eene vischvangst van Nab en Harbert.
"Dat is voor ons voldoende," antwoordde Pencroff, "maar verontrustend voor onze achter-kleinkinderen!" "Men zal dan iets anders vinden," zeide Harbert. "Men moet het hopen," antwoordde Gideon Spilett, "want zonder steenkolen geen machines, zonder machines geen spoorwegen, geen stoombooten, geen fabrieken, niets van dat alles, dat door den vooruitgang van den tegenwoordigen tijd vereischt wordt!"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek