Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 juni 2025
Leg het dan maar slim aan! bromde de oude Mubarek. Er mag geen spoor van die vervloekte kerels overblijven. Natuurlijk! Ze moeten in stukjes gehakt en in den grooten vischvijver van Habulam gegooid worden, tot spijs voor de snoeken, stelde een ander voor. En dan mag ik de snoeken opeten, dank je wel, zei Hambulam, met den grootsten afschuw. Noodig is het niet. Gij kunt de visch ook verkoopen.
Mijne ervaring is geheel tegengesteld aan dat begrip. O! ik weet zeker, dat ik mij direct thuis en behagelijk zal gevoelen in Klei-lust... ik zal er een tuintje aanleggen, om tegen het volgend voorjaar elken morgen radijsjes aan het ontbijt, en 's avonds geregeld asperges aan het diner te hebben.... Ik ga een kip houden, en snoeken visschen.... En den geheelen winter exerceeren....
Je voorspelt me wat!... Toen ben ik met den koning wezen visschen ... We haalden zoo de snoeken op" ... "Schei nou uit met je gekles! ... As je van visschen droomt, komt er 'n dooie in de femilie." ... "Nou! dan ben ik uit vandaag! Armoe, schande en 'n dooie... 'k Wou dat we maar wat zuurballetjes hadden."
Nadat wij twee aan forellen en snoeken rijke rivieren, de Alfa en de Heta, doorwaad hadden, waren wij des avonds verplicht den nacht door te brengen in een verlaten bouwval, waardig om bezocht te worden door al de kaboutermannetjes der noordsche fabelleer; zoo veel is zeker dat de geest der koude er zijne woning had gevestigd en ons den ganschen nacht met zijne guiterijen kwelde.
Onderweg had Klaas zijne vangst verkocht aan een pachter, een lekkerbek, en thuis komende, zegde hij tot Soetkin: Zie, dat heb ik gevonden in den buik van vier snoeken, negen karpers en in een volle ben paling. En hij smeet twee gulden en een oortje op tafel. Man, waarom gaat gij niet alle dagen visschen? vroeg Soetkin.
Toen hij Dik daar door de sloot zag wandelen, kon hij van schrik bijna niet spreken. Hij liep naar den kant, zwaaide met beide armen wanhopig in het rond, en riep: "Dik, wat-wat doe je, w-wa-wat moet dat? Kom h-hi-hier, jongen, je-zult-je verdrinken dat zul-je. Kom gauw!" "Ik vang snoeken!" zei Dik, naar den kant stappende. Vader greep hem bij de hand en hielp hem op het droge.
Uit dankbaarheid nam hij een balletje uit zijn mond en gaf het haar. Van toen af waren zij vriendjes en speelden altoos met elkander. Een dag of wat later kwam Vader thuis met een paar groote snoeken.
Eens in den toltijd had hij zijne tollen zitten bekijken, die hij onder de tafel in de handen hield. Eindelijk haalde hij zijn tolsnoer te voorschijn en ging er op zijn manier mee zitten hengelen. Dan verbeeldde hij zich, dat hij tuk kreeg, en als hij dan ophaalde, zag hij er snoeken of karpers aan. Toen hij visch genoeg gevangen had naar zijn zin, bedacht hij een ander spelletje.
Was het land wildrijk, in de beken en riviertjes die zich in de Youkon uitstortten, wemelde het van visschen. Sander en Kruidnagel hengelden ijverig en brachten menig heerlijk zoodje thuis, vooral snoeken van de beste soort. Zij mochten vrij den hengel uitwerpen waar zij goedvonden, want naar eene visch-akte kwam niemand hen vragen, zoodat het hen niets kostte dan de moeite van het vangen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek