Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 1 juni 2025


Zij spraken niet veel, zoo wat over kat en hond, over weer en wind, luisterden naar het tampend klokje der paterkens op de Ossenmarkt. Het gebeurde wel dat Snepvangers aangehitst, betrapt werd dat hij poogde mee te spuwen. Niet ver genoeg, keurde Sander af, in de goot, klonk het anders minachtend.

Met beklemd gemoed namen de vrienden afscheid om Woensdag morgen te vernemen dat de toestand ernstig was. Snepvangers ging Antoine raadplegen. Antwerpen wordt gebombardeerd, verklaarde de Drogist zeer laconisch terwijl hij een rekening schreef en den winkelknecht bevelen gaf. Maar dat is gevaarlijk, hakkelde Snepvangers, die zijn hart feller voelde kloppen.

Wij zijn menschen van den schoenen tijd. Generaal. Ja, Snepvangers... het menschdom ontsnapt ons... wij kunnen het niet meer regeeren... en wie weet wat komen zal... Wie zal regeeren?... De volken vechten voor de heerschappij... Het zijn sterke vijanden... Ons arm land, Snepvangers.... Wij zijn het kind van de rekening.... En wat staat er ons nog te wachten, zei Snepvangers somber.

Maar waarom moesten wij toch in den oorlog komen, treurde Snepvangers, wij zijn geen vechters... We zullen het wel leeren, grimde Sander, en toonde zijn leelijke tanden. Dinsdags joeg een onrust door de stad en het grauw plunderde de kaberdoeskens in het Schipperskwartier. Snepvangers en zijn vrienden doken vroeg in hun woningen, ontzet door het gehuil der bende. "Wij staan pal!"

Heel wat anders dan Brussel of Rozendaal, onderbrak Snepvangers, uw statiegebouw is anders wel schoon... wel mooi wil ik zeggen... ja, Kruier, ik zal gauw Hollandsch spreken, wacht maar een beetje... maar kunt ge u wel voorstellen wat een bombardement is? Hij hield den man staan en keek hem in het wit der oogen. Neen, menheer, alles vliegt kapot of in brand zeker?

Wel, wie dat we daar hebben, riep een man. 't Was de Verdierenpikker die verheugd en opgewonden, de handen vooruit, op hen toetrad. Toch ook weggetrokken? Dat geloof ik wel, verontschuldigde zich Snepvangers, heel het Zuid ligt plat. En de kinderen die daar in een kelder zitten, griende Madame. 't Is dom zoo uw schoon leven te riskeeren, zei de Verdierenpikker.

Hij beheerschte nu de markt der specerijen, had groote hoeveelheden peper, saffraan, kaneel en kruidnoten opgestapeld, was betrokken in een zaak die alcohol, azijn en leder opkocht. De drogerij deed hij van de hand. Nu gaat gij zeker koets en paard houden? Polste Snepvangers. Och, neen, Papa ... later zullen we zien ...

Zoohaast de trein opnieuw in beweging kwam scheen alleman te verademen. Zij komen niet eens zien, zei Snepvangers. Duurt het nog lang voor we aankomen? Informeerd een der meisjes. Gaat gij zoo samen terug? vroeg Snepvangers Ja, mijnheer en Madame vertrekken naar Engeland... en wij moeten op het huis gaan passen... Schoon volk, misprees Snepvangers.

Snepvangers, ik bedank u namens den Bond voor uwe bijtreding, die wij hoogschatten, zei de verdierenpikker langzaam en plechtig, laat er ons nog een pint op drinken; maar één ding zeg ik u: met snotters en tafelspringers zijn wij niet gediend, wij willen ernstige mannen! Na dit vekwikkelijk gesprek keerde Snepvangers mijmerend huiswaarts.

'n Mensch moet niet alles aan 't klokzeel hangen, mijn vrouw eet gaarne visch en ik vang hem gaarne... daarom kochten wij grond en water... Maar zwijgen, Snepvangers. Ja Sander, en Snepvangers droomde van de verborgen genoegens van den kousenvent. Ik speek gaarne, maar ik visch nog liever! Dat geloof ik. 't Is een oud Scheldewiel, en diep, och zoo diep!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek