Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 juli 2025


"Gij gelooft", antwoordde Burchard, "dat ik ginder te Straten al degenen verpletterd heb die zich met de zaak hadden bemoeid. Ik beken dat het gedurende een geheel uur mijn voornemen was, maar ik heb het gelaten uit ontzag voor u, mijne ooms." "Ah, God dank!" riep de proost. "Gij deedt mij beven van schrik." "En gij hebt van alle wraak afgezien?" vroeg Robrecht Sneloghe verwonderd.

Wel schijnt de koning geneigd om toe te geven aan de smeekingen der schepenen; maar de veldheer, Gervaas Van Praet, in naam van al ds Vlaamsche ridders, eischt den dood van mher Sneloghe, en de koning zelf heeft betuigd dat hij zonder hunne toestemming geenen enkelen Kerel het leven zal laten behouden. Hij is daartoe door zijnen eigen eed verbonden.

Men voere hem terug naar de gevangenis!" Mher Sneloghe werd ter zaal uitgeleid en door de wapenknechten in den grooten kerker gebracht, waar de andere Kerels, sedert zijn vertrek, niet zonder angstige nieuwsgierigheid zich vroegen wat toch zijn wedervaren voor het gerechtshof zou zijn.

En na dezen zang deden zij den schreeuw: "Heil Willem Van Loo, graaf van Vlaanderen! Heil, heil!" als een donder over den burg schallen, terwijl vele poorters dien kreet met evenveel drift herhaalden. Het pijnigde mher Sneloghe zeer diep, het lied der Kerels bij zulke beklaaglijke gelegenheid in den mond te hooren van lieden die hij als laffe moordenaars aanschouwde.

Robrecht Sneloghe, als hadde het gezicht van het bloedend lijk zijner zuster hem met versteendheid en verbijstering geslagen, lag beweegloos over de gaanderij en hield den strakken blik naar beneden. Hij sprak geen woord, en welke pogingen de weenende Dakerlia ook inspande om hem uit den afgrond zijner smarf op te heffen, hij antwoordde haar niet.

Zeker, zijn aanslag zou gelukken. Daardoor zou hij niet alleenlijk bij de vervolging en de wraak tegen de moordenaars van graaf Karel uitgezonderd blijven; maar hij zou invloed en geloof genoeg bij den veldheer en zijne ridders verkrijgen, om Robrecht Sneloghe zonder genade ter dood te doen brengen. Dan bleef Dakerlia alleen; dan verviel zij geheel in zijne macht. En wie weet?

"Laat mij gaan", smeekte mher Sneloghe, "ik zal het gezicht van den moordenaar niet kunnen verdragen; nu nog niet, later; maar nimmer toch zal ik zonder blozen...." "Wij bedrogen ons, het is Burchard niet!" riep de proost met blijdschap.

Dit was onder de Kerels de vorm van den duursten eed, en daardoor verbonden zij zich te gader en elk jegens al de anderen tot het trouw vervullen der aldus bezworene beloften. Ieder nam weder zijne plaats bij de tafel. "Nu gaat gij alles weten, mher Sneloghe", zeide Ingelram Van Eessen. "De verklaring der zaak eischt niet veel woorden.

Toen Bandewijn Van Aelst weder aan den voet van den muur stond, riep de proost: "De veldheer houdt eene jonkvrouw gevangen, die Witta Sneloghe heet en mijne nicht is. Neemt gij als voorwaarde onzer overgaaf aan dat zij insgelijks in vrijheid zal worden gesteld?" Mher Baudewijn begon in schijn over deze vraag met zijne ridders te spreken.

Robrecht Sneloghe was niet met hen, alhoewel men hem de komst van den wapenbode had gemeld. De jonge ridder was sedert het verlies zijner zuster, wier lot hij niet kende, zeer treurig en in schijn aan alles onverschillig geworden.

Woord Van De Dag

dompelende

Anderen Op Zoek