Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


"Weg met die pistool!" gebood hij, te gelijk de loop van zijn klein, maar uitmuntend wapen op de rechterhand van zijn aanrander drukkende. Een twee drie schrille maar scherpe knallen de kornel gaf een gil, en liet de pistool uit zijn hand vallen. "Ziezoo, snaak!" zei de reus.

Des zomers gaan wij met Navet, een mijner kameraads, naar la Glacière, daar baden wij ons en loopen geheel naakt langs de Austerlitzbrug; dat maakt de waschvrouwen woedend; zij razen en tieren; 't is grappig om te zien. Dan gaan wij het levend geraamte zien. Hij leeft. In de Champs Elysées. Hij is mager als een hout, die snaak.

"Is zij dan zóó beroemd, dat ik haar moest kennen?" "Zeer zeker. Zij is namelijk in het geheel geen vrouw, maar een man, een prairie-jager en vallen-opzetter. Ha, daar komt de panter aan. Let nu eens op wat een vrouw, die een man is, in staat is te doen." Die snaak wil u opeten." Het vlot was ongeveer nog vijftig passen van de stoomboot verwijderd.

Eensklaps zag Uilenspiegel zijn vriend den kok op het dek stormen en den scheepsjongen een jongen snaak, ervaren in de Fransche en in de Vlaamsche taal, maar nog meer in het smullen achternazetten, met zijn grooten houten pollepel in de hand. Nietdeug, zeide Lamme, duchtig met zijnen stoklepel slaande, dacht gij dan, zonder eenige straf, voorbarig mijne stoverije op te peuzelen?

Deze Isis werd in andere oorden vergoddelijkt onder de lichtere gedaanten van eene Cinthia, eene Eilithyia of eene Artemis. Zult gij den sluier oplichten, snaak? Daar is alreeds voor gezorgd, mijnheer. Gij moogt voor zulke dingen, mijnheer, ten alle tijde op Ko berusten. Mijnheer du Bessy knikte voldaan, bloosde even en ging, naast de eetzaal, in het gezellige spreekkamertje zitten.

Maar wat dan? Wilt gij alleen maar zien hoe men menschen doodslaat?... Zoo hadden wij hier in 1832, ook zoo'n burger, een Spanjaard, geloof ik. Hij maakte twee veldtochten met ons mee in zijn blauw manteltje... Welnu, de snaak werd tenslotte doodgeschoten. Hier zal geen mensch je erg bewonderen, vriendje.

Maar toen hij er uit wilde klimmen, greep Bigrenaille hem ruw bij den kraag. "Neen, neen, oude snaak! na ons!" "Na ons!" brulden de bandieten. "Ge zijt kinderachtig," zei Thénardier, "wij verliezen tijd. De dienders zijn ons op de hielen." "Nu," zei een der bandieten, "laat er ons om trekken, wie 't eerst zal gaan." Maar Thénardier riep: "Zijt ge dwaas! zijt ge zinneloos!

"Het is een ferme jongen, welgemaakt, sterk en vet, met vleesch zoo hard als een spijker." "Dat is waar. Maar de kosten en de last van het grootbrengen." "Gekheid," zeide Haley. "Zij zijn even gemakkelijk groot te brengen als andere beesten; zij geven niet meer last dan jonge honden. De kleine snaak zal over een maand overal heenloopen."

Snaak, sprak hij, die overal gaat en komt om het schoone en goede te prijzen en luidkeels te spotten met de dwaasheid; gij, die in tegenwoordigheid van zooveel grooten der aarde, als man uit het volk, zoo onbermhertig dorst spotten met hunne blazoenen en voorrechten, gij zult eens gehangen worden om uw stoute tong.

"Gij hadt eens moeten zien hoe dol hij keek, toen ik met het paard aankwam," hervatte Sam. "Hij had mij wel willen doodslaan, als hij gedurfd had. En daar stond ik zoo onschuldig en zoo nederig." "O, ik zag het wel," zeide Andy. "Zijt gij niet een oude snaak, Sam?" "Dat denk ik wel haast," was het antwoord. "Hebt ge Mevrouw boven voor het venster zien staan? Ik heb haar zien lachen."

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek