Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 juni 2025
"Mijn vader," hernam Marius met nedergeslagen oogen en streng gelaat, "was een nederig, heldhaftig man, die Frankrijk en de Republiek roemrijk heeft gediend, die groot was in de grootste geschiedenis, welke de menschen ooit gemaakt hebben, die een vierde van een eeuw in het veld was, des daags te midden van schrootvuur en kogels, des nachts in sneeuw, slijk en regen, die twee vaandels veroverd, twintig wonden ontvangen heeft, die in vergetelheid en verlatenheid gestorven is en die nooit ander ongelijk heeft gehad dan toen hij twee ondankbaren beminde, zijn vaderland en mij!"
Wanneer alleen stukken gespeeld werden zonder slijk; zonder acties en volzinnen die den man en vooral de vrouw verlagen, ja dan zou ik met een dwaas vooroordeel willen breken, en door het noemen van mijn naam misschien ook anderen uit mijn stand bewegen om ons tooneel te helpen verheffen. Maar nu, nee!"
De familie van Jean Valjean is er niet meer. Men weet niet waar zij gebleven is. Ge weet, in die klasse van menschen ziet men vaak een familie spoorloos verdwijnen. Men zoekt, maar vindt niets. Als zulk volk geen slijk is, is 't stof. En dewijl de aanvang dezer geschiedenis nu al dertig jaar geleden is, is er te Faverolles niemand meer, die Jean Valjean gekend heeft. Men doet onderzoek te Toulon.
dat men de ongehuwde moeder vertrappen mag in het slijk en tegelijkertijd met onbeschaamden blik den naam kan aanvaarden van den schuldigen vader; dat de ergerlijkste zedelijke misdaden van den man voor vergoelijking, vergeving vatbaar zijn, doch dat de vrouw, soms wegens een enkelen misstap, een verklaarbare zwakheid, veroordeeld en aan de verachting mag worden prijs gegeven.
De wijsbegeerte vervolgt met haar eerlijk oog het kwaad en belet, dat het in 't niet ontwijke. In de vernietiging der dingen welke verdwijnen, in de afneming der dingen die zich verwijderen, ziet zij alles. Zij stelt het purper weder uit de lompen samen, en de vrouw naar 't overschot harer kleeding: uit het riool herbouwt zij de stad; uit het slijk doet zij de zeden weder te voorschijn komen.
»Zulke gedachten spint hij gaarne uit, en zoekt dan beelden om zijne bedoeling duidelijk te maken. »In de sneeuw op de hoogste toppen," zeide hij, »bevriezen onze voeten. In het slijk hebben zij het warm, maar de zwarte modder is leelijk, en blijft er aanhangen."
Hij is niet als Lucilius, een modderige vloed, die veel slijk meevoert, maar 't is de Taag, die zijn heldere wateren voortrolt over het gouden zand." "Ge geeft me daar," zei ik tot Fabricius, "een schoon portret van dien letterkundige en ik twijfel er niet aan, of een persoon van zulke verdiensten moet zeer worden benijd."
Infanteristen, cavaleristen, artilleristen, één kluwen vlucht en stormt er heen, de Franschen hen na, dronken van vreugde en geestdrift, de wapperende vanen hoog in den wind! Bij de bruggen neemt de verwarring schrikbarend toe. Velen trachten de Bormida te doorwaden; vuurmonden geraken vast in het slijk van den bodem. De paniek wordt algemeen.
Want zijn ziel bezit een parel, de onschuld; en paarlen worden niet opgelost in slijk. Zoolang de mensch kind is, wil God dat hij onschuldig zij. Zoo men aan de groote stad vroeg: wie is dat? zou zij antwoorden: 't Is mijn kind. De straatjongen van Parijs is de dwerg der reuzin.
»Hoe lang hij 't nog wel maken zal!" denkt de oude man. De wind wordt sterker; de ramen rammelen in hunne sponningen en de verwelkte bladen van de lindeboom dwarrelen tegen den grond. »Dat is nu het leven van den mensch!" zucht de grijsaard, »een verwelkend blad, opgenomen door den wind, vertreden in slijk en modder!" IJdelheid der ijdelheden het is alles ijdelheid!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek