United States or Costa Rica ? Vote for the TOP Country of the Week !


En hij bezat nog het groote huis aan de corso, dat zijn voorvaderen toebehoord had. Zij had niet neen moeten zeggen. Terwijl don Matteo zoo sprak, zag hij hoe het gelaat van de signorina plotseling doodsbleek en strak werd. Hij waagde het bijna niet te spreken. Hij vreesde, dat zij zou bezwijmen. Het was ook slechts met de grootste inspanning, dat zij hem kon antwoorden.

Signorina Tottenham had het immers gedurende zoo vele jaren bezeten en zij had nooit iets gemerkt. Het beeld kon zeker geen wonderen doen. Het was slechts een toeval. Het was een ongeluk dat donna Elisa niet wilde gelooven. Ze was de eenige der oude Alagona's die nog in Diamante woonde. De menschen richtten zich meer naar haar dan zij zelf wisten.

Hij heeft mij hierheen geleid, opdat ik mijn godszuster zou kunnen helpen." Signorina Palmeri's oogen waren angstig vragend op haar gericht. Nu zou zeker de slag komen. Zij verzamelde al haar moed om dien te ontvangen. "Wat wil je, dat ik voor je doen zal, godszuster?" vroeg Giannita "Weet je wat ik dacht toen ik op straat liep? Ik wil haar vragen of zij mij naar Diamante wil volgen, dacht ik.

Zij was haar godszuster uit Diamante, die hier voor twaalf jaar met donna Elisa geweest was. Herkende zij haar niet? Wist signorina Micaela niet meer, dat zij een granaatappel samen gedeeld hadden?" De signorina luisterde niet naar haar. "Wat gebeurde er gisteren om vier uur?" vroeg zij met grooten angst in haar stem.

"Nu moet ge mij nooit ontrouw worden, godszuster," zei de kleine signorina en beide kinderen waren zeer ernstig en aangedaan. Ze werden in dien korten tijd zulke goede vrienden, dat zij schreiden, toen ze van elkaar gingen. Maar sedert verliepen twaalf jaren en de beide godszusters leefden elk in haar wereld en zagen elkaar nooit.

Zij breidde zich uit gelijk de brem in de lente. Den eenen dag weet nog niemand, dat zij er is en den volgenden dag is zij reeds een groote struik. Spoedig wist men niet waarheen men zou gaan in Diamante om niet op de velden der Engelsche signorina te loopen. Ze kocht landgoederen en huizen in de stad, zij kocht amandelbosschen en lavastroomen.

En Giannita verhaalde signorina Micaela haar geschiedenis. "Zie nu eens, is dat niet merkwaardig," zei ze ten slotte. "Ik ben in twaalf jaar niet in Catania geweest en nu reisde ik geheel onverwacht hierheen. En ik weet van niets, maar zoodra ik hier mijn voet op straat zet, hoor ik je ongeluk. God heeft mij gezonden, zei ik tot mij zelf.

Zij liet signorina Palmeri door een bediende zeggen, dat haar godszuster haar wenschte te spreken. Zij was verbaasd toen de bediende terugkwam en zei, dat zij niet ontvangen kon worden. Zou zij zich daarmee tevredenstellen? O, neen, o, neen! "Zeg de signorina, dat ik den geheelen dag op haar zal wachten, want ik moet haar spreken."

De amandelboom is een schoone, stralende signorina. Ze waagt zich nauwelijks op den zwarten bodem, maar dat helpt haar niet. Er op zal en moet ze! O, Gaetano zou het zien als hij daar kwam. Als in de lente de amandelboomen wit van bloemen staan op het zwarte veld te midden van de grauwe cactussen, zijn ze zoo onschuldig en schoon, dat men over hen kon weenen als over geroofde prinsessen.

Integendeel! Integendeel! "Ja, ja," zei signorina Palmeri. "Zoo is het." En daar ze zielsbevreesd was voor de tijding, die Giannita haar kwam brengen, bleef zij maar steeds doorpraten. Zij liet Giannita niet aan het woord komen, maar viel haar voortdurend in de rede.