Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 november 2025
"En zoo staat 't ook met mijn oordeel over onze dichters: In het algemeen met iemand meegaan kan ik niet. Maar bij Kloos en bij Van Eeden vind ik enkele dingen mooi. Er zijn ook opstellen van Aletrino die ik erg mooi vind; een van die twee pleegzusters, hoe heet ze ook weer?... heb ik met plezier gelezen. Maar ik zou toch niet willen schrijven zooals hij schrijft.
Hij zal weldra aan andere dingen moeten denken. "Nu moet ik Pols nog afmaken, want Frijlink wil absoluut, dat het afkomt. Uit zijn boekverkopersoogen gezien, heeft hij gelijk. Ik wou dat het uit was" zoo schrijft hij aan zijnen vriend Kneppelhout. En een weinig verder: "Wat zitten die vrienden H. en B. stil. Daar komt nooit meer iets van hen uit."
Als dit onder de annonce in de courant vermeld is, dan behoeft ge alleen een kaartje in de bus te werpen. Als het goede kennissen van u zijn, die een verlies geleden hebben, dan schrijft ge dadelijk een kort briefje van deelneming en gaat er na tien of veertien dagen nog eens heen.
Ik daarentegen heb mij van haar afgekeerd, mij wachten andere bezigheden; maar indien ik niet wist dat zij om mij heen is, dat ik mij maar behoef om te wenden om haar te grijpen, dan zou mijn leven treurig zijn. God schenke u zijn' zegen, opdat gij vreugde moogt beleven van uw Stjepanowka! Dat gij schrijft en zult schrijven, daaraan twijfel ik niet.
Waarschijnlijk stelde Fet pogingen in het werk, zijne beide vrienden te verzoenen, want in zijne Herinneringen schrijft hij: "Tolstoi zond mij het volgende briefje: "'Toerghenjeff...., hetgeen ik u verzoek hem even nauwkeurig over te brengen als gij mij zijne welwillende meening mededeeldet, hoewel ik u uitdrukkelijk verzocht had niet meer over hem te spreken. "'Graaf L. Tolstoi.
Gij schrijft: "Indien uw doel met schrijven is, medelijden met ongelukkige menschen op te wekken of het verlangen te doen ontstaan naar verandering van maatschappelijke toestanden, geloof ik, dat gij een niet-doeltreffend middel hebt gekozen. "Een courantenbericht over een ongelukkig achter gebleven gezin op een visscherseiland wekt medelijden op.
J. Basdevant schrijft: Grotius dégage le droit naturel de la théologie et de la métaphysique. Il en fait matière
Zijn toeleg is inderdaad al te doorzigtig, en ik zou u onregt doen, indien ik u ried op uwe hoede te zijn. Geloof mij, André: uw oom heeft plannen met die mevrouw Dijk. Gij schrijft dat zij niet jong, niet mooi, niet vriendelijk is: ik wil het wel gelooven, maar een onbedriegelijk voorgevoel zegt mij, dat gij met geen ander doel naar M. gezonden zijt als om u van mij te vervreemden.
Als men een roman schrijft over volwassenen, weet de schrijver precies hoe hij moet eindigen, te weten, met een huwelijk. Doch wanneer hij iets uit de kinderwereld weergeeft, moet hij ophouden, waar het hem 't best toeschijnt. De meesten der personen die in dit boek voorkomen leven nog en zijn voorspoedig en gelukkig.
Army zag haar verrast aan. "Waarlijk, grootmama? Ik dank u; gij neemt een centenaarslast van mijn gemoed; het was zeer onaangenaam voor mij, u moeite te veroorzaken, die u niet aangenaam was. Mag ik weten, wat tante nog meer schrijft?" De oude dame lachte. "Neen, mijn kind," zeide zij, "het is niet goed, dat men te veel vleiends over zichzelven hoort." "Houdt tante van mij?" vroeg hij opgewonden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek