Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Gisippos zag, dat dit Titus was en begreep wel, dat die het tot zijn redding had gedaan, dankbaar voor den hem bewezen dienst. Daarom zeide hij schreiend van aandoening: Varro, ik heb hem werkelijk gedood en het medelijden van Titus komt te laat om mij te redden.
Wie ze veel ontmoet heeft, denkt aan hen met schreiend heimwee terug en waar hij woont, de menschen van Overijsel kan hij nooit vergeten. Niemand sprak woorden van troost tot den boer, die zijn vrouw verloren had. Des avonds kwamen zijn buren bij hem, 't lampje brandde, en zij tuurden met hem in 't licht.
En bij den dageraad, bij het zwatelend gerucht van menschen, die vroeg ontwaakt naar hun arbeid gingen en blijde rondzagen naar de kalmte van den zomermorgen, liep hij nog voort met gebogen hoofd. Zijn moeder schrok toen zij hem binnen zag komen, zij nam hem schreiend in haar armen. Haar vragen echter beantwoordde hij niet; uitgeput van vermoeienis leide hij zich op zijn bed en sloot zijn oogen.
En Doña Victorina keek hem in zijn tanden. "M'n lieve mensch, ik heb nooit een pistool..." Doña Victorina liet hem niet uitspreken: met een verheven gebaar rukte ze hem midden op de straat het gebit uit zijn mond en trapte erop. Hij, half schreiend, en zij vonken schietend, kwamen thuis.
In 1598 lichtte ik een Spaansch konvooi op: onder de lijken der gesneuvelde Spanjaarden vond ik een schreiend kind: dat waart gij; uit medelijden trok ik mij uwer aan en bracht u bij mijn brave vrouw: wij besloten u op te voeden, en zij deelde haar teederheid tusschen u en Ulrica, totdat zij ons, helaas te vroeg! ontviel.
Hoe diep-gevoelig en lief zij is, het bleek mij nog gisteren toen zij op den Boulevard des Italiens, zeer nabij ons hotel, een schreiend meisje aansprak, en, vernemende dat het een frank had verloren, haar met zich naar het hôtel nam; haar op chocolade tracteerde, en met een vijffrankstuk weer vertrekken liet.
Doodsbleek en schreiend sprak Katelijne toen: Twee kinderkens zijn geboren; het een, in Spanje, is de kleine Philippus, het ander, in Vlaanderenland, is de zoon van Klaas, die later Uilenspiegel zal heeten. Philippus wordt een beul, want hij werd verwekt door Karel den Vijfde, den moordenaar van ons land.
"Zijn de kinderen zoet, tante?" had hij met een diepe basstem gevraagd; "kunnen zij ook bidden?" Ja, de meisjes wel; maar die daar, die jongen, is een kleine stijfkop, die zijn Kerstlied niet zingen wil; neem dien maar stilletjes mee naar uw sneeuwhol, heer Ruprecht!" En toen was het kleine meisje, bitter schreiend en haar angst vergetend, naar den gevreesden man toegeloopen.
Ze mocht op Johannes vertrouwen. Wordt Madeleen door Romaan verlaten? vroeg hij soms. Hij wettigde heel gemakkelijk hunnen toestand, en ze dacht er weldra niet meer aan dat er grondelijke moeielijkheden ievers mochten oprijzen. Langzaam, met sneeuw en vorst, nevelde de winter voorbij. 't Werd vuil weere, en triestige regendagen trokken zich schreiend uit achter mekaar.
Zelf mooi uit haar humeur, stormde Jo al naar de zitkamer, en vond Bets schreiend over Pietje, de kanarie, die dood in zijn kooi lag, met zijn klauwtjes uitgestrekt, alsof hij roerend smeekte om het voedsel, dat hem onthouden was en waardoor hij van gebrek had moeten omkomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek