Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Hoevele malen zij hoorden, dit?!: "Ik ben gelukkig! Laat mij niet in 't geluk sterven." Na wat menschen jaren noemen, werd de nevel weder losgemaakt, en nogmaals voer hij van Engelland, het rijk der dooden, over de zee. De schipper zeide hem niets, nadat zij aan land waren gekomen. In onbewustheid wist hij, wat hij moest doen, en hij gleed tot aan 't huis, waar de man woonde.
De schipper ging een van de maatjes haver halen, welke hij gaf aan de peerden die zijne boot voorttrokken, want hij kocht zijne haver zelf, om door de voerlieden niet bestolen te worden op den prijs van het voeder.
"Het gouvernement beschermt altijd de nikkers tegen de blanken. Je kunt niet het eerst schieten. Je moet de nikkers het eerste schot geven, en anders noemt het gouvernement het moord, en je gaat naar Fidzji. Daarom verdrinken er zooveel bij ongeluk." Men werd geroepen voor het eten, en Bertie en de schipper gingen naar beneden, den stuurman aan dek latend om de wacht te houden.
Geurts beroep op de hulp van den ongevoeligen schipper bleef vruchteloos; met de handen onder zijn kin en de ellebogen op het roer geleund, ging hij bij dit en bij dat voort, om jager en paard naar weinig uitgezochte plaatsen te verwenschen, er gedurig bijvoegende: "Jakker d'r op, zoo je niet luier dan je luie knol bent."
"Wel wat zeg je van dat weertje, Schipper?" vroeg Sander. Ik keek ereis rond: "wat zal ik zeggen?" zei ik zoo: "'t is mooi donker en ik hou niet van zoo'n hooge zee zonder dat men wind voelt." "De zee is den gansenen nacht al hooger geworden," zei Sander: "en het zwerk hangt laag."
Groot voor 't gevecht, antwoordde Uilenspiegel. God is met ons, zei de schipper. Wie dan kan tegen ons zijn? hernam Uilenspiegel. Wanneer vertrekt gij? vroeg Sterke Pier. Dadelijk, antwoordde Uilenspiegel. Goede reis en den wind van achteren. Neem dit kruit en deze kogelen.
Hi han ! hi han! ging de schipper voort, terwijl een jongetje van twaalf jaar op het dek van het schip klom en insgelijks begon te balken. Uilenspiegel antwoordde: Uw Sterke Pier kan ons weinig schelen! Hij mag zoo sterk zijn als hij wil, wij zijn sterker dan hij, en mijn vriend Lamme hier, zou er twee van zijne dikte binnenspelen, zonder hikken of blazen. Wat zegt gij, mijn jongen? vroeg Lamme.
De man is wijzer weêrgekomen, Een bloeijend kroost, een brave vrouw, Ai, niets en gaat voor de echte trouw! "Ha, schipper!" Holland was verdwenen! Sumatra's kust, het wilde paar, Hij werd die ijlings weêr gewaar; Hij stuurde 't praauwtjen landwaarts henen Ter plek, waarop zijn trouwe schaar Hem toefde er met de boot verschenen: Hij was ontkomen aan 't gevaar!
Het ontging mij niet, dat Helding, gedurende het vrij lange en door allerlei aanmerkingen en uitweidingen afgebroken verhaal van den Schipper, al op heete kolen zat, en gedurig rondkeek, als wilde hij vragen, wanneer de beurt toch eens aan hem komen en over de zaak zoude gesproken worden, welke hem op Terschelling riep.
Wij vermeden het Hotel Amerika, waar het al druk genoeg was; vonden trouwens aan de haven en bij het Noorderhoofd genoeg te doen. Want nu de levenden van het wrak waren gered, wilde men ook de lijken, door schipper Sperling daar gevonden, naar den wal overbrengen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek