Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 mei 2025
Waar zullen ze een vinden als hij? Wie zal hem ooit gelijken?" Martens wangen werden vuurrood, zijne oogen glinsterden en de hand zijns Vaders vattende zeî hij: "Vader, ik wil zoo'n Ammiraal worden!" "Gij zijt dwaas, jongen! Gij en weet niet wat gij wilt!" zeide Tromp; maar schipper Hein legde zijne hand op Martens hoofd en sprak: "Met God is alles mogelijk, jongen!" Zoo'n Hein!
Zoowel hij als de Schipper werden ondervraagd of zij het ten processe overgelegde mes herkenden, als mij behoord te hebben. Beiden betuigden, het nooit te hebben gezien. De laatste getuige, die gehoord werd, was schijnbaar in mijn voordeel.
"Gij hebt aan mijn ouders beloofd, mij tot een braaf Ridder te maken zooals gij," zeide Zweder: "en dus, het eenigste dat gij niet verantwoorden kunt, is mij te beletten, in de gevaren te deelen, waarin de Ridderplicht u noodzaakt u te begeven." "Zal ik het anker laten vallen, Ridder?" vroeg de schipper: "wij hebben hier een goede ligplaats."
Terwijl onze beide vrienden zamen zaten te praten, was de schipper met de twee mannen vooruit aan het overleggen, en er werd afgesproken, dat zij de beide passagiers zouden vermoorden, plunderen en vervolgens over boord werpen. Tegen twee uur in den morgen kwam de schipper eens kijken of ze sliepen, maar vond Gascoigne wakker.
DE TOEGESPROKENE. Ja, ik doe mee bij alle volksvergaderingen. EEN DAARBIJ STAANDE. Je hebt toch wel een pijp meegenomen, zeg? DE TWEEDE. Ja zeker; jij niet? DE DERDE. Ja waarachtig. En schipper Evensen zou een heel groote hoorn meebrengen heeft hij gezegd. DE TWEEDE. Evensen ... die is goed! Zeg eens, wat moet er toch gebeuren van avond?
Langzaam veel wit man afgeloopen. Een schipper hij niet dood. Vijf, zes wit man niet dood. Schipper hij schreeuw. Een paar wit man hij vechten. Een paar wit man hij laat neer boot. Dan allemaal samen overboord gaan zij. Schipper hij laat wit vrouw neer. Vader van mij die tijd hij sterk. Hij gooi 'm een speer. Dat speer hij gaat in eene kant dat wit vrouw. Hij niet blijf.
"Gij hebt gelijk," zeide de schipper; "maar tegen de elementen valt niets te doen." "Intusschen," zeide de koopman; "zoo wij niet gisteravond, door wiens schuld weet ik niet, op die zandbank waren vastgeraakt, hetgeen ons zeker drie uren heeft opgehouden, zouden wij reeds lang binnen zijn." "Door wiens schuld?
Alleen de schipper en visscher is tot tijdverdrijf bij windstilte nog houtsnijder. De aloude houtsnijkunst volkskunst van de verdwijnende soort leeft nog b.v. op Terschelling, waar 's winters de voorvaderlijke stoven en bankjes gemaakt worden. Met een ruw mes snijdt men een oud, overgeleverd type van versiering, waarin dieren- en plantenmotieven.
De afbeelding is naar eene teekening van J. de Keyser en gegraveerd door J. Lamsveld; onder dezelve staan de volgende niet zeer dichterlijke regels van J. J. Schipper . Ook in den 2den en 3den druk van het Meerboek wordt de afbeelding van Leeghwater niet gevonden. Waarschijnlijk verscheen zij het eerst in den 4den of 5den druk.
De mannen, vrouwlieden, arbeiders, die van den oever het gevecht nagingen, zeiden: Wie had gedacht dat die dikzak zooveel kracht had? En zij klapten in de handen, terwijl Lamme sloeg gelijk de duivel op Geeraard. Maar de schipper nam geen andere voorzorg dan zijn aangezicht te beschutten.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek