Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 15 oktober 2025


Het ontstelde hem zoo hevig, dat hij in allerhaast wegvluchtte en aan den overkant der straat bevend tegen een huis ging staan. En wat zag hij van daar uit, als in een droom, als in een nachtmerrie? Achter een raam op de eerste verdieping der Rosbach, het angstgezicht van een vrouw, de dikke vrouw van den baas die duidelijk naar hem keek en naar hem wenkte, alsof zij hem wou binnenroepen!

Zij hadden behoefte aan de Rosbach; zij werden ziek en bedroefd omdat ze 't heerlijk bier van de Rosbach niet meer mochten drinken! Het was geen kortswijl, geen eigenzinnige gril; maar werkelijk een tyranisch-dwingende behoefte. In al die lange jaren van dagelijksch trouw daar komen was het een manie geworden, iets dat zij hebben móésten om voldaan te kunnen leven.

Wat moest hij daarvan denken? Ging er nu ellendige, akelige stoornis komen in het zoo gezellig en aantrekkelijk leventje der heerlijke Rosbach? Als naar gewoonte, dien namiddag, waren de heeren Bollekens, vader en zoon, per rijtuig, naar 't buiten gegaan.

Hij stond te sidderen en te trillen op zijn beenen en hoorde, als in een nachtmerrie, de menschen uit het winkeltje vertellen, dat die baas uit de Rosbach een Duitsche spion was, dat men compromittante brieven in zijn huis gevonden had, dat men in zijn kelder Duitsche wapens en uniformen had ontdekt, en dat hij gëarresteerd was, en dat zijn vrouw ook gëarresteerd was, en dat ze beiden, den volgenden ochtend, in het stadspark gefusilleerd zouden worden.

En hij slingerde haar een beschuldiging naar het hoofd die haar deed schrikken; hij verweet haar dat ze met den vijand heulde, dat ze relaties had aangeknoopt met dien officier, den zoon van den verrader uit de Rosbach en dat hij 't aan zijn zoon zou zeggen.

De baas uit de Rosbach nam plaats tegenover hem en begon langzaam, met droeve stem, te vertellen. Zij waren onschuldig, geheel en al onschuldig van de misdaad, die men hun te laste legde; maar zij waren Duitschers, helaas! en daardoor verdacht en slachtoffers geworden van de opgezweepte menigte.

Die heeren zullen wellicht hun kamers willen zien, zei hij, zich tot de officieren omkeerend. Graag, antwoordden zij. Zal ik hier eerst een glas port laten brengen of wenschen de heeren liefst later iets te gebruiken? We zouden ons liever eerst een beetje opfrisschen, zei de zoon uit de Rosbach. De knecht kwam binnen en de militairen stonden op.

En toch: had meneer Bollekens kunnen vermoeden wat er twee dagen later te gebeuren stond, dan zou hij zeker niet gejammerd en geschreid hebben. Twee dagen later, omstreeks schemeruur, zat meneer Bollekens eenzaam in zijn bovenkamer, neerslachtig starend door het raam naar de drukte van soldaten om en bij de Rosbach, toen er bescheiden op de binnendeur werd aangeklopt.

Maar hun handen en hun lippen beefden en 't was of 't heerlijk bier niet meer zoo lekker smaakte. Er komt geen oorlog; 't is maar vage dreiging, verzekerde nog eens de baas en ging achter zijn schenktafel staan. Doch de onrust zat er nu eenmaal in, en met de onrust en onzekerheid sloop in de eertijds zoo zalige Rosbach een eigenaardig, onnaspeurbaar gevoel van vaag wantrouwen.

Machteloos-overwonnen zakte meneer Bollekens in een leunstoel neer. Hard werd buiten aan de deur gebeld. De beide heeren schrikten hevig op. Zouden ze daar al zijn? hijgde vader Bollekens. De zoon vloog naar het raam en zei dat de straat vol soldaten stond. In en om de Rosbach krioelde 't als in een mierennest. Ach God!

Woord Van De Dag

sanktie

Anderen Op Zoek