Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
De arme kinderen van den goeden Phanes, een knaap, schoon als Eros, een meisje zoo zacht en rooskleurig als een wolkje, dat liefelijk door het morgenrood beschenen wordt, brachten eenige dagen door in onze woning. Grootmoeder werd weer vroolijk en jong, toen zij de lieve, bloeiende kinderen aanschouwde. Ik schonk hun van stonde aan mijn hart, schoon dit u geheel alleen behoort.
Belangrijke gevechten hebben in den aanvang van den winter niet plaats; alleen heeft men binnen de stad veel te lijden van het hardnekkige bombardement van de vijandige kanonnen. Maar de toestand zoowel binnen de muren van de »benarde veste« als in het kamp van de belegeraars is alles behalve rooskleurig. De winter is koud en de levensmiddelen raken op.
Zijne woning is dikwijls uit planken getimmerd, zijne straten zijn met hout geplaveid; maar die woning is groen of rooskleurig geschilderd, en die straten zijn ruim en netjes onderhouden.
Want dat gezichtje was rooskleurig en wit, en de donkere oogen leverden een allerbevalligst contrast op met het blonde haar. Maar, ach, nu waren de wangen met tranen bezoedeld, en om de donkere oogen waren bijna even donkere kringen. Dat was alles nog niet. Haar jurkje was scheef vastgehaakt, aan het eene voetje, doornat van den dauw, was geen laarsje en op het blonde krulkopje geen hoed.
Wat hij dáár aanschouwde, was meer dan voldoende om zijn toorn gaande te maken. Daar zat „de vrouw,” stralend van geluk, blozend van gezondheid in den fauteuil, waarvan hij de zachte zitting maar al te goed kende; en op zijn plaats, in haar schoot spartelde een klein rooskleurig wezen, dat zij met een blik vol innige teederheid beschouwde en liefkoozend toesprak.
Zijne wangen waren minder rooskleurig, maar die bleekheid stond hem goed, beter althans dan haar, die van dag tot dag verviel als sneeuw voor de zon. Melitta, de oude slavin van Rhodopis, was de bondgenoote der minnenden geworden.
"Elken nacht zag ik het kind...... Geef hem mij aan, leg hem aan mijne zijde". Ik wende mij om en zag de baker en mijn oom staan kibbelen. De goede vrouw had alle mogelijke moeite oom Lazare te beletten den kleine in zijne armen te nemen. Hij wilde hem daarin wiegen. Ik keek het kind aan, dat ik om de moeder had vergeten. Hij was geheel rooskleurig.
Aan de loopbrug, die tot het schip toegang geeft, verdringen zich kooplieden met allerlei eetwaren, koekjes en gebakjes aan stokjes geregen, met groene watermeloenen, rooskleurig van inhoud, met flesschen wijn door sierlijk mandewerk omvlochten. Terwijl het orkest een flinke marsch inzet, vaart het schip langzaam en statig uit de haven.
Een rooskleurig, mollig, blijhartig zieltje was Daisy, die den weg vond tot ieders hart, en zich daar een plaatsje wist te veroveren. Een van die innemende kinderen, die gemaakt schijnen, om gekust en geknuffeld, als kleine afgodjes vereerd, en bij alle feestelijke gelegenheden tot ieders bewondering vertoond te worden.
Het viel evenwel anders uit, dan hij verhoopt had. Voor de tweede maal moest Grotius aan zijn dierbaar vaderland vaarwel zeggen. Ditmaal ging de reis niet naar Frankrijk; de toegezegde 3000 ponden waren hem slecht uitbetaald , de eigen middelen waren niet groot, betrekkingen waren hem niet gegund, zoodat het bestaan aldaar niet rooskleurig was geweest. Grotius ging naar Hamburg.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek