United States or Bulgaria ? Vote for the TOP Country of the Week !


»Is mijn lied niet schoon?" lachte het meisje. »Och, wat was die kleine Eros toch dom, eene bij voor eene gevleugelde slang te houden! Grootmoeder zegt, dat zij nog een paar verzen kent van dit lied, dat door den grooten dichter Anakreon gemaakt is, maar die wil zij mij nu nog niet leeren. Zeg eens, Melitta, wat zou er wel in die strophen staan? Gij glimlacht?

Daarop vervolgde zij, smartelijk lachende: »Wederom is het mij gebleken, dat eene godheid zelfs niet bij machte is, het verleden eens menschen uit te wisschen, en dat ongeluk en schande in den regel samengaan. Goedennacht! Verlaat mij thans, Melitta."

Ga, Melitta, en haal den bruiloftstooi der bruid, de armbanden en halsketens, die in het bronzen kastje op mijne kleedtafel liggen, opdat onze lieveling haar gemaal in een gewaad, dat de toekomstige vorstinne past, de hand kunne reiken."

Uwe oogen zijn zoo goed, dat ik u gerust alles zou durven zeggen wat ik weet. Doch, ziet ge, buiten grootmoeder en de oude Melitta heb ik ook niemand wien ik kan toevertrouwen, wat mij verblijdt; en ik weet zelve niet hoe het komt, maar menigmaal begrijpen die twee, hoe lief zij mij ook hebben, in het geheel niet, hoe deze of gene kleinigheid mij zoo groote vreugde kan geven."

Sappho volgde de oude dienstmaagd op den voet, na nog haar molligen arm om den hals van haar man geslagen en hem op vleienden toon in het oor gefluisterd te hebben: »Zeg toch alles aan grootmoeder en vraag haar, of zij u gelijkgeeft!" Voor dat Bartja haar kon antwoorden, had zij hem op den mond gekust, en was zij de statig voortstappende Melitta nagesneld.

Na een kort, maar daarom te teederder afscheid, scheurde Sappho zich van hare grootmoeder los, en besteeg aan de hand van Bartja, gevolgd door de oude Melitta, die haar naar Perzië zou vergezellen, de boot van Syloson, en een uur later de sierlijk gebouwde Hygieia , het snelzeilend zeeschip van Kallias.

Als eindelijk Melitta zich verwijderde, om hare grootmoeder te wekken en kennis te geven van het vroegtijdig bezoek, wilde het meisje haar volgen. Maar Eros, de dartele knaap, over wiens kinderlijke onwetendheid zij nog een oogenblik te voren gelachen had, had het anders besloten.

Melitta opende de poort, en geleidde kort daarop een rijkuitgedost jongeling met blonde haren door den tuin. Sappho verroerde zich niet; zij was in stomme verbazing over deze haar geheel vreemde kleederdracht en de zeldzame schoonheid van den Perzischen koningszoon. Want deze was 't die in den vroegen ochtend Rhodopis kwam bezoeken. Zij kon hare oogen niet van zijn gelaat afwenden.

Op het dek van het koninklijke schip wuifde Bartja zijner verloofde de laatste liefdesgroeten toe. In haar hart bad Sappho tot Aphrodite Euploia, de schutsgodin der schippers. Een traan bevochtigde hare wang; maar om haar mond speelde een lachje van hoop en van liefde, terwijl de oude slavin Melitta, die het zonnescherm der jonkvrouw droeg, als eene wanhopige weende.

Met tranen in de oogen bad zij de goden, dit onuitsprekelijke reine geluk toch niet te verstoren. Ten laatste trad zij nader, riep beiden een opgeruimd »goeden morgen" toe, en prees de oude Melitta voor hare trouwe zorg, daar zij, met een groot zonnescherm gewapend, gekomen was om de kleine Parmys te slapen te leggen en aan het blakerende zonnelicht te onttrekken.