Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juli 2025


Lijk gisteren, lijk ten uchtend was ze aan pijnlijke onzekerheid overgelaten. Romaan had zich verwijderd van haar. Ze vreesde het ergste, tegenwoordig. Maar, hoe ze ook een vermoedelijk feit uit Johannes' zonderlinge manieren trachtte af te leiden, ze stond altijd ten slotte vóor een vrage te weifelen, en ze maakte haar geest uitermatelijk moe. Wat moet ik vreezen? Ze vreesde het ergste.

Ze had het gevoel dat men haar verliet. Ze had de verschooning van haar handelen gevonden in Romaan's onregelmatigen toestand. Nu liet Romaan haar in den steek. Ze was kwaad. Ze was nijdig vooral op Madeleen. In de grondige demoralisatie, waarin ze zich had laten meeslepen, meende ze dat Madeleen nu ophield te blijven wat Goedele nog was, om iets te wezen dat Goedele niet meer vermocht te worden.

Ze stotterde op een ende: De dokter is er bij.... Ze hebben er aan gewerkt dezen nacht, met drijen.... Ze hebben er aan gesneden ... en Wiezeken haar keelken ligt open. Wat zegt de dokter? Niets ... en durft hij maar ik, juffrouw, ik weet wel wat sterven is en hoe de Dood doet, als ze nadert.... Dat arme boeleken! En Romaan?

Ze zou ook genieten van den vroegen morgen en uitrijden in de uchtendkilte. Ze zou ook links en rechts binnen gaan, toevallig. Ze zou ook bijten in zoo'n taartje, met volle tanden, en ze zou trek hebben ernaar. Nu had zij geen trek. Ze had ook geen geld te vele. Ze had, buiten enkel klein zilver, het bankbriefje dat voor Romaan en zijn kindeken bestemd was. Geld van moeder.

Ze herzei, met stiller stemme, buigend in gemanierde woordklanken: Laat Romaan met Madeleen.... Het is nu een feit, dat ze trouwen zullen. Ze had zich niet voorgesteld dat zoo geweldig moeder's smert zou zijn. Ursule wankte en haar schrikkelijk lijf schokte kantewaarts.

Als de schrikkelijke smert zou uitbreken, zou ze pal staan, met een herte vol troost.... Plots iets ziende, dat lange buiten 't bereik van zijn begrip gebleven was, rok zich Romaan met een hard gesnok van zijn spieren uit op zijn stoel, en wipte nadien rechte. Hee-la! 't Was een doffe roep en zijne wenkbrauwen kromden verwilderd naar omhooge.

Goedele beet gauw op hare lippen om hare ongedurigheid te bemeesteren, en ze liet zwijgend Romaan uitleggen hoe Ameye sinds de mededeeling van zijn huwelijk met Madeleen het huis verlaten had, en hoe hij kort daarop vertrokken was naar Duitschland. Goedele viel hem gejaagd in de rede: Voor ... hoelang? Hij is weg.

Maar dan zag ze de vrome verwijfdheid van Sebastiaan, en ze kon Johannes vergeven wat zij, bijkans in eendere mate, met Sebastiaan voorhad. Niets weerstond overigens aan de sterkte van hare liefde, nog verschoond door het treffend argumenteeren van Romaan.

Luister goed: ik wil dat het vruchtbaar zij ... ik wil dat nog zien om mijn ouderdom blij te maken.... Romaan heeft mij verraden ... die laf hertig is en liever zijn moeder beleedigt ... dan zijn slette.... Maar gij, ik zegge 't u, wees voorzichtig.... Ho! Ho! ik zegge 't u.... Rechtgaan ... de weg is dáar ik heb hem u gewezen....

Nog nooit had ze den weg zoo spoedig afgeleid, en, als ze bij Romaan kwam en zijn bevestigend antwoord ontvangen had, was ze weer gichtig om weg te zijn. Wat dreef haar? Ze drilde gretig over strate, en haar bloed joeg forsig ommedom. Op de brugge bleef ze een wijlken in onzekerheid staan.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek