Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juli 2025


't Was donker en vol in de nauwe straat onder den laaghangenden regenhemel en nog donkerder en voller in 't bekende, drukbezochte café. Ze gingen zitten aan een tafeltje aan 't raam, dat toevallig vrij kwam. De stoelen waren nog warm en de kelner haalde de vuile glazen weg en veegde met een viezen doek haastig en onvoldoende de tafel af, roepend terwijl naar een ander tafeltje: kóm bij u!

Hij moest de geweldige klanken rood betasten en bestreelen, en hij sloeg zijn handen in de bloemen, rukte een tuil uit, dien hij in de lucht zwierde al roepend: "Koleuren, koleuren is alles in alles!" Hij ging voort, en wilde de begijnenbosschen in, de eeuwige begijnenbosschen, die zijn als een zee, met ook hun eeuwig lied van vogelen of van wind, en ook gevuld met allerhand gediert.

Aldus dwaalde zij evenals Pietro den ganschen dag dan weer halt houdend dan weer voortgaande en klagend en roepend en treurend over haar ongeluk door het bosch. Eindelijk ziende, dat Pietro niet kwam en dat het reeds avond was, sloeg zij een klein pad in.

Moedig verbande zij elke gedachte, welke op nieuw eene schaduw zou hebben kunnen werpen op André's karakter; en zelfs toen zij met bevende vingers het laatste papier, dat dunner en buigzamer was dan een der vorige, opengevouwen had; met onbedriegelijke zekerheid haar eigen geschenk herkende; als eene gejaagde het vertrek op en neder liep, om licht roepend en in hare radeloosheid de middelen niet vindend om het zich zelve te verschaffen, zelfs toen geloofde zij nog aan eene dier duizend gunstige mogelijkheden, wier naam zelfbedrog of misverstand is.

Wanneer Franske zijn vrouw op heur plaats bracht, klopte Geerten heel familiaar en met oolijke oogen, waarin pretglimmingen vonkten, Lowis eventjes op den ronden buik, spottend roepend: "Bedod! voor dien erin zit!"

Vadertjelief, antwoordde Uilenspiegel, ik zit op den ezel en zeg tot niemand een woord, en toch schelden ze mij uit voor een nietdeug. Toen deed Klaas hem langs voren zitten. In die postuur stak Uilenspiegel de tong uit naar de pelgrims, en roepend en tierend balden ze hunne vuisten en dreigden met hunne stokken Klaas en den ezel. Maar Klaas sloeg op zijn ezel om hunne woede te ontvlieden.

Och, dat beteekent niet veel, tenminste ...." "'k Dacht het wel! Al te bang voor uitgaan!" Roepend: "Archibald! Zieje, 't heeft niets te beteekenen die ongesteldheid." "Watblief, ongesteldheid? Ben je niet fiks mijn brave Aesculaap? Wat bedoelt u papa?" "Ik meen van De Zonsberg." "Ja .... ja, dat is treurig; maar wat er aan te doen! 'k Heb het plezier gehad haar eens te zien; bleek lief!

Zeker zal hy aan 't strand gestaan hebben, wuivend met muts of doek, en roepend, schreiend, vloekend, smeekend... waanzinnig van woede, van berouw, van angst, van ongegronde hoop, en van 't besef vooral dat er voor hem niets te hopen viel.

Naar buiten roepend: "De majoor zeit dat ie niet thuis is."

't brandt!" totdat hij kwam vóór het huis van Jacob Pietersen, den bakker. De ondergaande zonne weerkaatste gloeiend rood in de vensteren van zijnen winkel, en een dikke rook van brandende takkebossen steeg op uit den schoorsteen. Uilenspiegel liep voort, al roepend: "'t brandt! 't brandt!" En met den vinger wees hij naar 't huis van Pietersen.

Woord Van De Dag

bakels

Anderen Op Zoek