Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 november 2025
En dan kwam soms ook in eens, niet voorgevoeld, uit de ongekende diepten van zijn gemoed die waren als stille grotten, waarin de boschklanken echo riepen een heimelijk sidderen van hoop en blijde verwachting.
Ze moesten haar in de gevangenis zetten! Dat leelijke wijf heeft al heel wat kwaad gedaan!" "Wat dan? Wat dan?" riepen de jongens nieuwsgierig. "Wat dan? Wel, weet je dat dan niet? Vader vertelde gisteren nog, hoe zij iedereen betooveren kan, die niet doet, wat zij wil.
"Wat is dat?" riep een van hen. "Zijn de wilde ganzen van plan witte veeren te gaan dragen!" "Ze moeten niet denken, dat ze daardoor zwanen worden," riepen ze van alle kanten. Ze begonnen om het hardst te roepen, met hun sterke, klankvolle stemmen. 't Was niet mogelijk hun uit te leggen, dat het een tamme ganzerik was, die met de wilde ganzen meê kwam.
"Kort daarna gingen de kavaliers naar de smidse. Al het werk daar stond nu stil, maar zij wierpen nieuwe kolen en nieuw ruw ijzer in den oven en bereidden het om gesmolten te worden. Zij riepen de smeden niet: die waren naar huis gegaan, om Kerstmis te vieren, maar zij werkten zelf. Als de Majoorske maar leven bleef tot de groote hamer in beweging kwam, dan zou die wel voor hen tot haar spreken.
Waarom verleent mijn vader hem geen gastvrijheid in het vreemdelingenpavillioen?? Charis, o Charis! riepen de wondermeesters. Trek u terug met uw maagden! Wij verplegen uw bruidegom en het is niet voegzaam, dat gij daarbij tegenwoordig zijt! Zij waren opgestaan en weêrhielden mijn liefde binnen te te treden en pruilende moest zij wijken. Tot spoedig dan, Charmides, mijn held, mijn prins!
Zij riepen Gerbino en doodden haar, terwijl zij voor zijn oogen genade en hulp smeekte, wierpen haar in zee en zeiden: Neem haar, wij geven haar gelijk wij kunnen en gelijk uw trouw het heeft verdiend.
Deze fragmenten namen langzamerhand hun juiste plaats in en riepen allengs andere op, zoodat hij na eenigen tijd het geheel, zooals het was uitgesproken, in zijn hoofd had. Opgehangen te worden aan den hals tot de dood er op volgde dat was het einde. Opgehangen tot hij dood was.
De laatste periode van de geschiedenis van Pisa wordt bijna geheel ingenomen door hare worsteling met Florence en de herhaalde veeten en oorlogen harer burgers onderling, die zich in twee partijen splitsten. Deze partijen schaarden zich ook hier, zij het ook onder eigen namen, onder de banier der Ghibellijnen en der Welfen: in den grond der zaak gold het mede te Pisa minder de tegenstelling tusschen Keizer en Paus, dan wel die tusschen demokratie en aristokratie. In den loop der veertiende eeuw zien wij telkens nieuwe machthebbers tyrannen zou de grieksche oudheid hen hebben genoemd, de echte telgen der demokratie, die zij overal en altijd voortbrengt, optreden, die zich van het hoogste gezag meester maken, korter of langer tijd regeeren en met meer of minder geluk de vijanden der republiek bekampen en haar grondgebied verdedigen of zelfs uitbreiden. Zoo werd voor een poos Lucca aan de macht van Pisa onderworpen; zoo werd telkens en telkens weer, met afwisselenden uitslag, de kamp met Florence hervat; zoo wist de republiek, in de laatste helft der veertiende eeuw, onder de heerschappij van Piëtro Gambacorti, zelfs tegenover den Keizer hare zelfstandigheid te handhaven. Piëtro werd in 1392 door zijn vriend Giacomo Appiano vermoord; Giacomo nam zijne plaats in maar stierf reeds zes jaren later. Zijn zoon Gherardo verkocht in 1399 Pisa met haar gebied aan Giovanni Galeazzo Visconti, hertog van Milaan. De hertog gaf de stad aan zijn natuurlijken zoon Gabriële, die haar in 1405 aan haar gezworen vijandin, aan Florence, verkocht. Wel stonden de verontwaardigde burgers op en riepen Giovanni Gambacorti, een neef van Piëtro, uit de ballingschap terug, om zich aan hun hoofd te stellen; maar reeds in het volgende jaar moest de fiere stad, door honger tot overgave gedwongen, zich aan Florence onderwerpen; de helft harer burgers nam de wijk naar elders. Met bitteren wrok droeg Pisa het gehate juk de Florentijnen; wel mocht Lorenzo il Magnifico, in 1472, hare universiteit herstellen, de nog altijd bloedende wonde werd daardoor niet genezen. Nauwelijks was dan ook, in 1494, de koning van Frankrijk, Karel
Te Rome leefde in de eerste eeuw onzer jaartelling zekere Labiënus, die niet alleen uitmuntte door aanzien en karakter, maar ook verscheidene keurige werken had in 't licht gegeven. Hij had zich benijders en vijanden verwekt, die hem voor den Rechter riepen, en voorstelden als de jeugd door zijn geschriften te hebben bedorven. Die voorstelling schijnt geheel lasterlijk en valsch te zijn geweest.
Ik heb integendeel vriendelijk tegen hen gesproken, en hun verzocht zich van mijn grond te verwijderen, en mij mijn koe te betalen. Dat was toch niet te veel van hen gevergd, geloof ik?" "Neen, allesbehalve?" riepen verscheiden stem men. "En deden zij dat niet?" "O neen, zij lachten mij uit zoo hard als zij konden.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek