United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Stommeriken," riepen wij uit "nu gaan ze rusten! juist op dit kritieke oogenblik!" Torza! Een oponthoud is juist nu uiterst gevaarlijk; men zinkt! Maar de arme Chineezen hadden niet expres halt gehouden. Ze begrepen het gevaar. Ze trokken zoo hard ze konden, en ze schreeuwden van angst.

Maar ik zeg u plechtig en voor God, dat ik u in het oog zal houden en u terug laten komen, zoo spoedig als ik het geld daarvoor kan krijgen; en tot zoolang vertrouw op God!" Hier riepen de jongens dat Mr. Haley aankwam, en kort daarna deed een schop de deur openvliegen.

"Het meer van Genève" riepen wij allen tegelijk uit, zoo leek het van verre precies; doch toen wij nader kwamen, zagen wij, dat de oevers van het meer geheel anders zijn, dat de soliede, steenige bergwand, die vrij steil vanuit het meer opstijgt, niets gemeen heeft met de bewoonde, groene oevers van het Zwitsersche meer.

Juist meende men den gang er in te hebben, toen de ezel op den grond ging liggen en zoo ten duidelijkste een bewijs van het tegendeel gaf. "Ik denk, dat het beest ziek is," zei de dokter. "Wat is het dier verschrikkelijk mager." "Ja, dokter," zei Dik, "hij krijgt meer slaag dan eten." "Dat zal wel," riepen de omstanders, die elk oogenblik talrijker werden. "Hij heeft ook een besten baas.

Tapijten van mineralische moskorsten, die zoo wollig waren als de fijnste graszoden, boomvormige kristallen, bloemen en vruchten in edelgesteenten, riepen bij wijlen die tooverachtige lusthoven en tuinen in het geheugen terug, die door de Japansche kunstenaars met zoo veel naïveteit weergegeven worden.

Ik hoorde een vertooner van marionetten, na zich met aangenomen deftigheid midden in de kamer gesteld te hebben, tegen eenige baldadige knapen zeggen: "Jonge Heeren! bedenkt, wie gij zijt, en waar gij zijt!" "Niet op school," riepen de jongens, en werden woeliger tegen de vermaning in. In zekeren opzichte hadden zij gelijk.

«Ik erger mij maarzei de boodschappenmand; «ik erger mij inwendig zoozeer, als niemand zich kan voorstellen. Is dat een geschikte manier om den avond door te brengen? Zou het niet verstandiger zijn, het huis in orde te brengen? Ieder moest op zijn plaats gaan, dan zou ik het spel besturen. Dat zou wat anders worden!» «Ja, laat ons eens pret makenriepen allen. Daar ging de deur open.

Hiermede sloeg hij geweldig tegen de val doch zij bleef even vast en onwrikbaar. Een akelige klacht, een zucht zo pijnlijk alsof het leven met dezelve uit een borst ontvlogen was, galmde op de zolder. "Ha, ha!" riepen de soldeniers. "Zij liggen op de val!" "Wacht!" sprak een andere stem. "Ik zal ze welhaast doen verhuizen, wilt mij slechts een weinig helpen."

"Hij naderde den rand en gaf een luiden kreet. Ik ben overtuigd, dat hij niet banger was dan iemand onzer, maar hij maakte veel meer beweging. Hij wrong de handen roepende: "O, hoe vreeselijk! hoe vreeselijk! Het beteekent niets, Reynaud, riep ik hem toe, niets hoegenaamd. Kom, spring, riepen ook de anderen; spring dan toch!"

Sommigen jammerden, anderen riepen om wraak! allen sprongen of fladderden op Duimelot af, met Haspel aan 't hoofd. Maar die gedroeg zich, als naar gewoonte, averechts verkeerd. Hij fladderde maar met uitgespreide vleugels boven den jongen, en verhinderde de anderen hem met hun snavel te doorboren. Nu vond de jongen toch, dat hij 't erg voor zich had bedorven.