United States or Iraq ? Vote for the TOP Country of the Week !


En toch, die doldriftige hoop, die daar de kaai vult en 't huis bedreigt, spreekt er van en beticht den Admiraal van niets minder dan van schendig landverraad. Vanwaar die beschuldiging, die ons even ongerijmd als lasterlijk in de ooren klinkt? En zijn al de menschen, die daar staan, dan op eenmaal krankzinnig geworden?

Diergelijke afschuwelijke misbruiken, hoewel minder wreed, hadden nog tot in onze dagen plaats, vooral hier en daar in Duitschland; doch dank zij dien weldadigen wijsgeerigen geest, welke thans door vele lasterlijk uitgekreten wordt; op de meeste plaatsen zijn zij reeds afgeschaft, of worden zulks nog dagelijks gedaan.

Maar hij behoort tot uw geloof, en zijn geringste woord zou tegen de plechtigste betuigingen der ongelukkige Jodin opwegen. Ik wil dus de tegen mij gedane beschuldiging niet op hem terug werpen; maar op hem zelven, ja, Brian De Bois-Guilbert, op u zelven beroep ik mij, of deze beschuldigingen niet even valsch, gruwelijk en lasterlijk als schandelijk zijn?"

Te Rome leefde in de eerste eeuw onzer jaartelling zekere Labiënus, die niet alleen uitmuntte door aanzien en karakter, maar ook verscheidene keurige werken had in 't licht gegeven. Hij had zich benijders en vijanden verwekt, die hem voor den Rechter riepen, en voorstelden als de jeugd door zijn geschriften te hebben bedorven. Die voorstelling schijnt geheel lasterlijk en valsch te zijn geweest.

Maar in het verhaal, dat wij zoo juist behandeld hebben, was de slangachtige gedaante der heldin slechts een lasterlijk bedenksel van den jaloerschen geest eener medeminnares, en wij hebben hier dus te maken met een gelukkige variatie van den gebruikelijken vorm der legende, waarin op handige wijze door den schrijver de meer moderne denkbeelden en de oude vormen zijn dooreengemengd.

Daarom zal ik ophouden te spreken, maar eerst na aangetoond te hebben, dat het niet ontbreekt aan groote schrijvers, die mij zoowel door hun geschriften als door hun daden verheerlijkt hebben, opdat niet de een of ander soms meene, dat ik op de wijze der zotten alleen mijzelf behaag, en pedante wetgeleerden mij lasterlijk beschuldigen, dat ik geen bewijsplaatsen aanhaal.

En al raast gij nu niet derwijs in waanzinnigen vloek, dat doet er niet toe. Elk woord van nijd; elk woord, dat bitter is; dat grieft en krenkt; dat anders dan om der waarheid wille zeer doet; dat lasterlijk is; of ook maar achterklapt; het is al uit éen bron. Het is uit dat venijn, uit dat addergif, dat door de zonde uwer lippen is aangebracht.