United States or New Caledonia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daarom zal ik ophouden te spreken, maar eerst na aangetoond te hebben, dat het niet ontbreekt aan groote schrijvers, die mij zoowel door hun geschriften als door hun daden verheerlijkt hebben, opdat niet de een of ander soms meene, dat ik op de wijze der zotten alleen mijzelf behaag, en pedante wetgeleerden mij lasterlijk beschuldigen, dat ik geen bewijsplaatsen aanhaal.

Eenmaal heeft hij het wezen der wereld gezocht met het denkend intellekt; de magie is door hem te hulp geroepen; hij heeft den dood gewild om langs dezen weg in de eeuwige waarheid in te dringen; diep en ontroerend was de klacht over zijn onvermogen; in zijn ongeleschten kendorst dreigde hij te zullen bezwijken, en heeft gezworen dat niets hem ooit zou bevredigen: "zal ik ooit gerustgesteld mij neerleggen op het bed der ledigheid, dan zij het tegelijk met mij ten einde; kunt gij mij zoo beliegen dat ik mijzelf behaag, mijn laatste dag zij aangebroken; zal ik tot het oogenblik spreken: blijf toch want gij zijt schoon genoeg, dan wil ik te gronde gaan."

Nu de gunst mijner landgenoten, mijnen arbeid bekronende, mij een plaats tussen onze vaderlandse schrijvers gegeven heeft, nu ik enigszins met vrijere stappen in de letterbaan mag voortgaan, behaag ik mij in het herdenken aan wie ik dit verschuldigd ben; wie mij, nog ongekend, aanmoedigde en mij een deel zijns vernufts indrukte, onder wiens blik, onder wiens stem ik mijn ziel in kunstdorst en in vaderlandsliefde voelde ontsteken, wie voor mijn welzijn als voor dit eens broeders zich bekommerde en mij, in het verdriet, in de stonden van bittere onttovering, een vriend en een weldoener was.

Daarom durft hij zonder aarzeling de weddenschap met Mefisto aan: "wanneer ik ooit bevredigd mij op het bed der traagheid neerleg, zoo zij het met mij gedaan; kunt gij mij door vleierij beliegen en mij bedriegen door het genot, zoodat ik mijzelf behaag, dan zij mijn laatste dag aangebroken.

Gij hebt mij voor de oogen gesteld, o Amor, Den eersten dag, dat Uw vuur in mij gloeide Zulk een jongeling, Dat er aan schoonheid, aan hartstocht noch moed Ooit een betere zal zijn te vinden Noch aan hem gelijk. Ik ben zoo voor hem ontvlamd, dat ik Blij met U zing, o mijn heer. En wat mij hierin het meest verheugt, Is, dat ik hem evenveel behaag als hij mij, Dank zij U, Amor.