United States or French Polynesia ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Rebekka, gij kunt geen voordeel trekken uit de getuigenis van dezen ongelukkigen ridder, over wien, zooals wij wel bespeuren, de booze geest nog te machtig is. Hebt gij nog iets anders te zeggen?" "Er is mij nog ééne kans over om mijn leven te redden," antwoordde Rebekka, "zelfs volgens uwe wreede wetten.

Zonderling," prevelde hij bij zich zelven, "dat er twee menschen zouden zijn, die zulk een stout waagstuk ondernemen; een slot en boeien op een blauw veld; wat moet dat beduiden? Ziet ge niets anders, Rebekka, waardoor de Zwarte Ridder zich onderscheidt?" "Niets," zei de Jodin; "alles wat hij aan heeft is zwart, als de vleugel van de raaf.

"Helaas!" zei Rebekka, "dat weet ik maar al te goed; maar kan ik u vertrouwen?" "Moge mijn wapen geschandvlekt, en mijn naam onteerd worden," zei Brian de Bois-Guilbert, "zoo gij reden hebt, over mij te klagen. Menige wet, menig gebod heb ik overtreden, maar mijn woord heb ik nog nooit geschonden."

Wat mij betreft, ik ben niet bekrompen in mijne wijze van denken, en maak geene zwarigheid mijn stem aan de zwart-oogige Rebekka te geven." "Heilige Maagd!" antwoordde de Prior, de oogen met afschrik afkeerende, "eene Jodin! Wij verdienden uit het strijdperk gesteenigd te worden, en ik ben nog niet oud genoeg, om een martelaar te worden.

Want zoo wreed als vroeger laat hij haar niet meer de duistere eenzaamheid binnengaan, en zelfs wanneer hij ze ten dood voert, zooals hij met Hedda Gabler en de Rebekka van Rosmersholm doet, dan brengt hij haar dadelijk om, of hij geeft haar een geleide in den geliefde hand in hand. Bevrijding is Ibsen's woord geworden, en niet langer het scherpe woord: vrijheid.

Hij wenschte uit de herinnering der ridders, die hem omringden, zijn eigene onbetamelijke en onaangename scherts omtrent de Jodin Rebekka te verbannen; hij wilde zich Alicia's vader, Waldemar Fitzurse, dien hij vreesde, genegen maken, vooral daar deze zich over het gedrag van den Prins in den loop van den dag meer dan eens misnoegd getoond had.

Rebekka kon uit het aantal manschappen, welke opgesteld waren om dezen post te verdedigen, opmerken, dat de belegerden voor de veiligheid er van bevreesd waren; en daar de belegeraars zich bijna vlak tegenover de poort schaarden, scheen het niet minder duidelijk, dat ze die als een zwak punt beschouwden.

De heraut ging naar den stoel, waarop Rebekka zat, en Bois-Guilbert plotseling zijn paard naar dat einde van het strijdperk wendende, was, in weerwil van de wenken van Malvoisin en Mont-Fitchet, even schielijk als de heraut naast Rebekka's stoel. "Is dit in den regel en naar de wet van den strijd?" vroeg Malvoisin, den Grootmeester aanziende.

Hij, die van den koophandel wil leven, moet gereed staan voor ieder, die zaken met hem heeft. Izaäk zette schielijk het glas Griekschen wijn, dat hij aan de lippen had, zonder er van te proeven neder, en haastig tot zijn dochter zeggende: "Rebekka, laat den sluier vallen," beval hij den vreemdeling binnen te laten.