United States or Bermuda ? Vote for the TOP Country of the Week !


Daar komt Orest, met de Scythen slaags geraakt, het zwaard in de vuist aangestormd, en raadt Iphigenie te vluchten, zoolang het nog tijd is. Orest vraagt of Thoas vrijen aftocht toestaat, maar Iphigenie beweert: "Uw blinkend zwaard verhindert dat ik antwoord". De twee mannen zijn ontwapend. Arkas komt melden dat de Hellenen wijken; Pylades poogt vergeefs Iphigenie mee te tronen.

Laat het ongeluk van mijn vaderland mijn eigen ongeluk wezen, en aangezien ons geen edele gedachte bindt, aangezien onze harten niet kloppen voor een naam, laat dan tenminste de gemeenschappelijke tegenspoed me aan mijn landgenooten binden, laat me ten minste met hun samen over onze smarten schreien, en eenzelfde leed onze harten doen krimpen." "Waarom raadt u me dan om heen te gaan?"

Wel deed ze hem het plezier aan, elk jaar op den verjaardag van zijne terugkomst over te komen om feest te vieren. Wie ook mee feestvierden? Raadt dat maar! Ik zeg alleen, dat Gustaaf ieder jaar een' brief schreef, om neen, meer zeg ik niet. Er was eens een kleine jongen, die dan toch wel zoo dolveel van mooie vertelsels hield!

Maar blijf je bij je plan om te ontsnappen, dan raadt hij je aan, om dat vandáág nog te probeeren. Want mocht het eens blijken, dat je vlucht onmogelijk was, dan kan je nog altijd zorgen, niet als deserteur beschouwd te worden, door je in dat geval nog tijdig aan te melden.

Dat God u bijsta, wanneer gij raadt. Indien gij slaagt, dan zal ik u het geheele land van Skender geven; gij zult er heerschen, zoolang gij leeft!" Milosh ging over de uitgestrekte vlakte, totdat hij aan de plaats kwam, waar de drie meisjes stonden te wachten.

"Zoo gij goed raadt," hervatte de pelgrim, "dan kunt gij het mij toch niet verschaffen; al waart gij zoo rijk, als gij zegt arm te zijn." "Als ik zeg?" riep de Jood; "O! geloof mij, ik zeg niets dan de zuivere waarheid; ik ben een uitgeplunderd, ongelukkig mensch, vol schulden. Hardvochtige menschen hebben mij alles ontroofd; mijne goederen, mijne schepen, mijn geld en alles, wat ik bezat.

"Nu dan dit, of dan dat?" En zoo raadde zij nu eens opwaarts tot een raadsheer, dan weêr afdalend tot een barbier; ik schudde maar altijd met het hoofd en zeide eindelijk: gij raadt het toch niet! Hij is op zijn hoogst volstrekt niets." Dit kwam haar dan nu al heel min voor, en zij meende dus, dat gij dan zeker van uw geld zoudt leven.

JULIA. Gij raadt mij, hem mijn liefde weg te schenken? LUCETTA. Ja, zoo gij haar niet weggeworpen acht. JULIA. Van al de rest, heeft hij mij nooit bestormd. LUCETTA. Van al de rest, mint hij u toch het meest. JULIA. Zijn zwijgen toont zijn koel en kil gemoed. LUCETTA. Het heimlijkst vuur brandt met den felsten gloed. JULIA. Hij mint niet, die door niets zijn min verraadt.

Antwoord op de drie eerstgemelde Brieven, waar by de Fransche Ingezeten de vraag omtrent ds afschaffing der slavernye, in de Volkplantingen, alwaar dezelve nog plaats heeft, opzettelyk behandelt: hy raadt om deeze verandering, die noodzakelyk geworden is, te bevorderen; en geeft de middelen aan de hand, om daar toe te geraken, zonder aan den voorspoed der Volkplantingen nadeel toe te brengen.

"'t Is eigenlijk een ketting van feestdagen," vond Leni. "En, moes, we zijn nog heel bescheiden geweest ook, want voor de ketting van feestdagen hebben we Leni alléén maar den rechter schoen aangedaan." "Alleen maar den rechter? Nu wordt het nog mooier. En waarvoor kreeg ze dan wel den linker aan?" "Ook voor een feestdag." "O, 't is onmogelijk, u raadt het nooit, nooit, zeg ik."