United States or Trinidad and Tobago ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij trekt zich ontdaan in haar tempel terug, en hieruit leidt de slimme Pylades af, dat ze koning Agamemnon zeker wel heeft gekend: zijn hoop wordt sterker. III. Als ze weer uit den tempel treedt, ontmoet ze Orest. Ook zìjn boeien slaakt ze, maar ze waarschuwt dat ze hem niet zal kunnen sparen.

O. en P. zijn in de volgreeks onafscheidbaar. Men kan naar verkiezing O. en P., of Orestes en Pylades zeggen. Grantaire, een wezenlijke wachter van Enjolras, verkeerde in dien jongelingskring; hij leefde er in; alleen daar behaagde het hem; hij volgde hen overal. 't Was hem een lust, die schaduwen te midden der wijndampen heen en weder te zien gaan. En om zijn goede luim werd hij verdragen.

Zij gaat Pylades zoeken. Langzaam ontwaakt Orest uit zijn bedwelming, en droomt dat hij in de onderwereld zich laaft aan Lethe's waatren: zijn voorvaderen aanschouwt hij hier, niet meer twistend en moordend, maar in vriendschappelijk verkeer, terwijl de kinderen "speleduiken om hen heen". Zoo diep heeft Iphigenies reinheid op hem ingewerkt: hij gelooft dat de vloek is opgeheven, en de furiën hebben geen macht meer over hem.

Daar komt Orest, met de Scythen slaags geraakt, het zwaard in de vuist aangestormd, en raadt Iphigenie te vluchten, zoolang het nog tijd is. Orest vraagt of Thoas vrijen aftocht toestaat, maar Iphigenie beweert: "Uw blinkend zwaard verhindert dat ik antwoord". De twee mannen zijn ontwapend. Arkas komt melden dat de Hellenen wijken; Pylades poogt vergeefs Iphigenie mee te tronen.

Iphigenie weet niet dat de koning van Pylades' plannen is onderricht; ze heeft voor zich zelf besloten, van list afstand te doen en eischt van den woedigen Thoas, dat deze ook ditmaal het bloedoffer achterwege zal doen blijven. Tegenover de wetten van Tauris beroept ze zich op de wet der humaniteit "de wet waarbij Ons elke vreemdling heilig is",

Als geloovige, verachtte Enjolras dezen ongeloovige; als sober en matig, verachtte hij dien dronkaard. Hij verwaardigde hem met een weinig trotsch medelijden. Grantaire was een miskend Pylades. Immer door Enjolras ruw behandeld en teruggestooten, en toch terugkomende, kon hij nog van hem zeggen: "Wat fraai marmer!"

Orest begint met Pylades' leugentjes te ontzenuwen: hij noemt zijn waren naam, bekent Iphigenie dat hij zijn moeder heeft vermoord, wordt opnieuw door de wraakgodinnen bevlogen. Door haar oprechte woorden voelt hij, dat ze een edele vrouw is en tegen haar zin hier vertoeft; hij maant haar, samen met zijn vriend "een plan ter vlucht" te beramen, en snelt angstig weg.

Hij ontstelt nog meer als Iphigenie, zijn aarzeling ongunstig uitleggend, zegt dat hij haar het eerst moet straffen, daar zij haar broer en Pylades door haar openhartigheid in het ongeluk heeft gestort; en hem herinnert aan zijn belofte: haar te laten gaan, nu de kans op terugkeer naar 't vaderland zich voor haar opent.

IV. Uit de stemming van heiligheid en stilte, waarin de toeschouwer is verzonken, rijst Iphigenie weer met fluisterende, plechtige verzen, die geleidelijk in breedte toenemen. Ze bewondert Pylades, die een plan ontworpen heeft om het Diana-beeld te ontvoeren, en haar heeft voorgezegd welke rol ze daarbij moet spelen: haar is alles rein.

Bij het vermoorden van zijn vader was hij nog een kind, en daar ook zijn leven gevaar liep, zond zijne zuster Electra hem heimelijk naar Phocis, waar hij bij zijn oom Strophius opgevoed werd. De zoon van Strophius, Pylades, werd zijn trouwe vriend en stond hem in zijn verder leven in alle moeilijkheden en gevaren trouw ter zijde.