Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Er is later gebleken dat ze niets bewaakten. Maar dit wisten op dat oogenblik de gebrekkige stumperts nog niet Ze werden door de bestbespraakten onder 't volk uitgescholden. "Bloeddieven" waren ze, en de lezer raadt het zeker al "opvreters van Stad en Land."
"UEd. raadt wel," zeide zij: "ik heb nog nooit mijn verjaardag gevierd, zonder een berijmden gelukwensch van hem te ontvangen: en er is geene godin op den Olympus, waar ik niet bij vergeleken ben geworden.
De aangesprokene keerde zich even om en zei: "Wou je 't weten?" "Ja, ik, ik wou het weten!" gaf 'k ten antwoord. "Welnu dan, hij heet Marten Harpertsz. Tromp." "Marten Harpertsz. Tromp uit Den Briel?" riep ik. "Je raadt het. Hij is de lieveling van onzen Onder-Ammiraal Pieter Pietersz. Hein.
De Rijkskanselier en Aartsbisschop van Reims raadpleegt Jeanne en het zijn ook ditmaal weer haar invloed, hare doortastendheid, die een belachelijke mislukking van de gansche onderneming voorkomen. Niet omkeeren, raadt zij natuurlijk aan, maar zich gereed maken voor de bestorming van de stad en zij staat er voor in, dat Troyes zich binnen twee dagen zal overgeven.
Zie JANCKO DOUWAMA'S Geschriften, 508 en Inleid. 45. Hij raadt zijne vrouw, hunne zonen liever naar Parijs of Orleans ter studie te zenden, omdat het "aldaer niet also costumelijck is to drincken, alst in dese Nederlanden wal is!"
Dan raadt de Heilige Cathérine haar aan haar schuld te biechten en God vergiffenis te smeeken, dat zij den sprong gedaan heeft en eindelijk na haar biecht stelt haar Heilige haar gerust: God heeft haar vergiffenis geschonken. Na drie of vier dagen is zij van de gevolgen van haren sprong hersteld.
Uit het wapen van IJselstein, dat op zijn lijfrok en ook op het dekkleed van den zwarten hengst, dien hij berijdt, gestikt is, raadt gij, dat hij tot het Huis van Heer Gijsbrecht behoort. Het is Jonker Jan van Asperen, de schildknaap van Gijsbrecht. Hij telt ongeveer zeventien jaar, en al kan men hem geen schoonen jongeling noemen, toch is hij flink gebouwd.
In zijn "Wolken" neemt een oude boer, die diep in de schuld zit, zijn toevlucht tot Socrates en vraagt hem, hoe hij zich aan de uitbetaling van de renten zou kunnen onttrekken. Na lang praten raadt Socrates den boer aan, zich in te hullen en zelf iets uit te denken. De boer jammert, maar gehoorzaamt en roept v. 746 in eens uit: "O beste Socrates! Socrates. Wat is er, vadertje? Boer.
»Nu we daar toch over spreken, wil ik je even zeggen, dat ik het onverantwoordelijk acht, met deze kleine bala nog dieper het land in te trekken. Je weet, dat er Sibaoe's ontsnapt zijn. Weldra zal de geheele stam gewaarschuwd zijn. De Sibaoe's zullen een bala vormen en dan is er veel kans, dat de Kenjaoe's verslagen worden." »Dat zou wel kunnen, heer. Wat raadt u ons te doen?
Men raadt reeds de bladeren, en bijna zelfs de bloemen en vruchten der toekomstige eeuwen. Maar hoever zijn wij nog af van de sierlijke planten van onzen tijd! Toch zijn de oorspronkelijke tijden voorbij. De natuur wijdt de secundaire periode in: de schepping treedt in eene nieuwe phase, die het leven eene hoogere vlucht geeft en de schatten van onze moderne schepping gereedmaakt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek