Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 4 juni 2025


Toen keek Ida door hare tranen heen het vrouwtje eens goed in de vriendelijke, medelijdende oogen, en vóór ze het wist, was ze al aan 't vertellen. Ze begreep het zelf niet, hoe 't kwam, maar het vrouwtje leek haar heelemaal geene vreemde: 't was net, of ze praatte met eene moeder of eene lieve tante of eene goede oude vriendin.

Ondertusschen praatte zij voort: de jongen zoû dus groote blauwe oogen hebben en bruin haar, misschien een krullebol. Hij zoû stellig den mooyen neus en ooren krijgen van zijn vader, maar vooreerst zoû daar nog wel weinig van te bespeuren zijn. Hier kwam nu het gesprek op den toestand van een pasgeboren kind.

Ze kwam hem tegen, en legde de hand voor haar oogen, gelijk vele menschen doen, die binnen hun geest een herinnering aanschouwen. En ze zeide: "Dat is de man." Echter praatte ze er niet meer over. Een jaar later stierf ze. De predikant wilde niet, dat haar droom tot waarheid werd, en hij beval: "Breng de kist in een andere kamer." Men wilde hieraan voldoen, en twee dragers namen de kist.

Ook de sjofele man kwam beneden, met een pak beddegoed op z'n nek. Hij had zeker op zij geroepen. In eens weken de babbelende vrouwen en wierp hij het pak van z'n schouders op het matras. Dadelijk waren ze om hem. Hij praatte, gesticuleerend, met een betoogende beweging van z'n handen. Het mooie kind stond slaperig te luisteren.

"Dit was wel onze éigenlijke Sinterklaas, Lou," praatte Go helpend, "het cadeautjes-krijgen thuis kan onmogelijk zoo geanimeerd zijn, als deze avond." "Heb-je dat kleine jongetje gezien met die groote oogen, die alleen maar chocolademelk wilde drinken en al z'n koekjes en appels in z'n blouse bewaarde "voor moeder"? Vin-je 't niet roerend?"

"Als hij terugkwam, praatte hij veel meer met zijn kameraden dan met zijn vrouw. Hij gaf haar wel allerlei sieraden; maar daar was het z'n vrouw niet om te doen; zij was niet ijdel; zij voelde zich diep ongelukkig en werd langzamerhand erg verdrietig. "Zij zei bij zich zelve: 'Omdat mijn leven zoo treurig is, wil ik sterven. Ja, het is gedaan...

"Ach, ik zal die woordenmarteling maar ondergaan," mompelde Rodolphe, terwijl hij zich door den witten hoed liet medenemen, die hem inderdaad zijn trommelvlies half kapot praatte. Toen zij bij den Pont des Arts kwamen, zeide Rodolphe: "Ik moet je nu verlaten, daar ik geen geld heb, om de tol voor de brug te betalen."

Mevrouw liep 's morgens in oude mooie-japonnen met veel slijtages en vlekken en glimmingen van vet; des middags zat zij een paar uur in kraak-nieuwe zijden blouses op haar balcon, maar bij regenweer verkleedde zij zich niet, en Sprotje moest zeggen, als er bezoek kwam, dat Mevrouw uit was. Mevrouw praatte veel over den rijkdom van haar salon.

"Zeker!" zei Bernard, die maar blij was dat zijn vrind 't zich blijkbaar toch niet zoo aantrok en weer gewoon praatte. "Zeker, zoo is 't ook!.... Ik heb immers al gezegd dat je gelijk hadt.... Denk-je dat ik 't allemaal niet weet wat je daar zegt?.... Ik beloof je; ik zal mijn best doen. Kom jij, in den tijd dat je nog hier in 't land bent, maar veel bij me. Dat zal me wel goed doen...."

"En dan duurt 't hoogstes twee dage", praatte ze mat, den adem-nimbus in parelmoere wrijving vervlakkend. "Wat?" , vroeg-ie nog eens, schuw naar den gepletten zakdoek op den stoel, 'n zakdoek met bloedvlekjes kijkend. "De muur", zei ze, terug-zittend, de blauwe lucht bestarend. "Ja", zei hij, onnoozel-weg, niet begrijpend wat ze bedoelde.

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek